Nederland wil 'klimaat-gidsland' worden in Europa. Hoe gaat hij dat doen?

i-008-015.jpg
Op 24 juni jl. bezetten een groep actievoerders van Code Rood de kolenopslag in Amsterdam. Zonder directe druk op de bedrijven om te investeren in technieken die het klimaat sparen, geen verandering. (Foto: Code Rood/Flickr/cc/by-nc)

Wiebe Eekman

Het Koninkrijk der Nederlanden heeft een echte 'klimaatgezant'. Hij heet Marcel Beukenboom en sprak in Brussel op 25 januari jongstleden. De Belgische overheid organiseerde toen een 'stakeholders dialoog', waar ik bijzat. Nederland wordt duurzaam, zei hij. Nederland wil het voortouw nemen opdat de Europese Unie haar ambitie om de broeikasgassen te verminderen zou verhogen. Nu stelt Europa dat we in 2030, over 12 jaar dus, naar 40 procent minder uitstoot moeten gaan tegenover 1990. Nederland zou dat verhoogd willen zien naar 55 procent. Wat inderdaad al meer lijkt op wat we nodig hebben, om in lijn te zijn met de wetenschappelijke bevindingen. In afwachting daarvan engageert Nederland zich al vast voor 49 procent reductie.

Marcel Beukenboom hoopt dat België Nederland zou volgen. Hij toont dan op het scherm: "The fight against climate change is one of the central policy aims of the new Dutch government, and we stand ready to cooperate closely with you and ensure that we indeed deliver on the goals set out in the Paris Agreement." Het citaat komt van Eric Wiebes, Nederlands minister voor Economische Zaken en Klimaat. Terecht wordt de bevoegdheid voor klimaat gelegd bij de verantwoordelijke voor de economie.

Willen kapitalistische besluitvormers nu ook ineens hoge klimaatdoelstellingen?

We kunnen ons daarover verwonderen. De harde ontkenners van het klimaatprobleem, zoals ene Donald Trump, zijn al een hele tijd in de minderheid. Op diverse overheidsseminaries bemerk je dat alle beleidsverantwoordelijken wel degelijk de cijfers van de wetenschappers van het IPCC kennen. Echter tot nu toe overheerste in die kringen een soort subtiel klimaatscepticisme: "het zal onze tijd wel duren". Alle maatregelen die zij voorstelden telden voor de volgende ambtstermijnen over zoveel jaar. Veel jaren dat we iets konden doen zijn daardoor verloren gegaan.

De orkanen, overstromingen, hittegolven en bosbranden van de laatste jaren hebben iets wakker geschud. De schade en verliesposten lopen op. Kosten voor heropbouw, verlies aan afzetmarkten... De verzekeringsfirma's schreeuwen moord en brand.

Marcel Beukenboom verklapte in Brussel dat het idee van de 55 procent reductie-ambitie van het Nederlandse bedrijfsleven kwam. Zij hebben daar geen probleem mee, zolang het voor iedereen geldt. Ze spreken over een 'gelijk speelveld', dat de onderlinge concurrentiepositie niet verstoort. Stiekem hopen ze ook als 'gidsland' voordeel te halen door 'competitief' te zijn tegenover de rest van de wereld.

Hoe wil Nederland het aanpakken?

Marcel Beukenboom somt een lijstje op. Nederland wordt duurzaam, met een nationaal klimaatakkoord en een klimaatwet. Dat is al meer dan in België. Verder zullen tegen 2030 de kolencentrales gesloten worden. Ook tegen 2030 zullen alle nieuwe auto's emissieloos moeten zijn. De gebouwde omgeving zal verduurzaamd worden. Goed, dat is een begin. Maar hoe wordt het geheel van de maatschappij aangepakt? Op Marcel Beukenbooms lijstje staat nog een 'minimumprijs CO2 voor de elektriciteitssector' en 'vergroening van het belastingstelsel'.

Laten we waakzaam zijn over al die 'marktconforme' ingrepen die met een prijzen- en belastingbeleid de markt willen verleiden tot meer vergroening.Het is een sociaal onrechtvaardige verplaatsing van de inspanningen van de sterkeren in de samenleving naar de zwakkeren. Tegelijk is het ecologisch inefficiënt. We hebben een planmatige ecologische aanpak nodig over alle sectoren van de maatschappij, die de marktwetten doorbreekt. Laten we niet vergeten dat het kapitalistisch winstbejag is gebouwd op uitbuiting van arbeid, samen met plundering van en roofbouw op de natuur, de oorzakelijke bron van onze huidige klimaatproblemen.

En de zware industrie? Redden met 'CCS'?

De raffinaderijen, de petrochemische sector, de staalindustrie, de cementfabrieken, ... Het zijn allemaal grote energievreters en enorme CO2-uitstoters. CCS, wat staat voor 'Carbon Capture and Storage', oftewel koolstofafvang en -opslag, wordt als tussenoplossing naar voren geschoven. CCS laat toe dat al die grote bedrijven hun gebruikelijke productie kunnen voortzetten. CO2 wordt dan uit de rookgassen verwijderd, gecomprimeerd en ergens onder de grond gestopt. Dat is stof onder de mat vegen. Dat is toekomstige generaties met een probleem opzadelen, want we weten niet hoe die CO2 zich zal gedragen en bodemwater kan besmetten. Dat is opnieuw kans op aardbevingen, waar Groningen vanaf wil. Bovendien is CCS ook onzinnig omdat het de benodigde elektrische energie in die sectoren verhoogt met een 8 á 12 procent.

Al goed dat Marcel Beukenboom zegt dat dit een tijdelijke oplossing is, waar ook zijn minister Eric Wiebes niet echt gelukkig mee is. Hij doet een oproep om alternatieven aan te dragen. Die technologische alternatieven bestaan al. Zoals het vorig jaar afgesloten waterstofconvenant van Goeree-Overflakkee bewijst. CCS zal vervangen moeten worden door CCU, 'Carbon Capture and Utilisation', oftewel het afvangen van CO2 en chemisch omvormen met waterstof tot bruikbare grondstoffen, ter vervanging van petroleum. Het vergt wel zware investeringen in technologische vernieuwing, juist in die grote bedrijven.

Aan ons, om door arbeidersstrijd af te dwingen dat die technologische investeringen plaatsvinden. Dat de bedrijven die zelf betalen en niet weer teren op subsidies uit publiek belastinggeld. Het kan de werkgelegenheid ten goede komen. Ook op te letten, dat de lonen juist uitbetaald worden en dat de arbeidsvoorwaarden correct zijn.
9-2-2018