Het Protest van Baraguá en het gedachtegoed van Fidel

i-009-015.jpg
Fidel en Maceo. (Foto: ambassade Cuba)

Ter gelegenheid van de herdenking van het Protest van Baraguá op 15 maart willen we [ambassade van Cuba] van de mogelijkheid gebruikmaken om uit te leggen hoe Fidel werd geïnspireerd door Maceo, zijn heldhaftige verhaal en zijn diepe politieke overtuigingen. Met dat doel presenteren we een artikel dat werd gepubliceerd in 2016 in het Cubaanse dagblad Granma, geschreven door de auteurs MSc [master of science] Víctor Manuel Pullés Fernández en MSc. Graciela Pacheco Feria.

Op 15 maart 2016 vond de 138e herdenking plaats van het historische Protest in Baraguá, waarbij Maceo Grajales, generaal-majoor van het Onafhankelijke Leger, de leidende held was van de Cubaanse troepen die op die dag aanwezig waren. Naar aanleiding van die herdenking en ter gelegenheid van de 90e verjaardag van opperbevelhebber Fidel Castro Ruz gaan wij in op de manier waarop de Cubaanse leider zich liet inspireren door het voorbeeld van Maceo. Fidel, onbetwistbaar leider van de Cubaanse revolutie, die wist hoe hij het onafhankelijkheidsproces vanaf het vroege begin moest leiden.

Daarvoor liet hij zich inspireren door de ervaringen van zijn voorgangers, zoals Maceo en zijn heroïsche verhaal, zijn diepe politieke overtuigingen en zijn hoogstaande revolutionaire moraal. Fidel gaf daarmee het Cubaanse volk moed ten overstaan van het gevaar van agressie en dreiging van het Amerikaanse imperialisme. En hij moedigde de jongere generaties aan om het voorbeeld van de 'Titaan van Brons' te volgen en diep in hun geest het voorbeeld van het protest in Baraguá met zich mee te dragen. [nvdr: een Titaan is een krachtige, mythische figuur en brons verwijst naar de huidskleur van Maceo]

Vanuit diezelfde intentie hield Fidel op 1 januari 1959 een toespraak, in Céspedes Park in Santiago de Cuba, voor het Cubaanse volk, waarin hij benadrukte dat de revolutie deze keer wel overwon, in tegenstelling tot de situatie aan het einde van de in 1895 begonnen oorlog, waarin de onafhankelijkheidsstrijders de stad niet konden binnendringen. En hij vertelde over een belangwekkend moment tijdens de laatste dagen van de strijd, aan de vooravond van de overwinning van de revolutie, toen de revolutionaire krachten voorbij Mangos de Baraguá gingen, het decor van het historische protest en het startpunt van de invasie in het westen: "ze voelden een van de opwindendste sensaties die ze zich konden voorstellen." En hij voegde eraan toe: "de toenmalige generatie Cubanen heeft het meest vurige eerbetoon getoond van erkenning en trouw aan de helden van onze onafhankelijkheid en zal dat blijven tonen."

Ook van groot belang was de toespraak die Fidel hield op 10 oktober 1968, tijdens de plechtige ceremonie ter gelegenheid van de herdenking van het feit dat het honderd jaar geleden was sinds het begin van de onafhankelijkheidsoorlogen op Cuba. Fidel maakte daarin een waardevolle beoordeling van de persoonlijkheid van Antonio Maceo en het politiek-ideologisch belang van het Protest van Baraguá: "Hij komt naar voren in al zijn kracht en buitengewone verhevenheid, de meest representatieve figuur van het volk en van Cuba in die oorlog, die voortkwam uit de eenvoudigste rangen van het volk: Antonio Maceo."

Belangrijk was ook zijn toespraak op 15 maart 1978, tijdens de centrale ceremonie voor de herdenking dat het honderd jaar geleden was sinds het Protest van Baraguá, gehouden op dezelfde plaats als waar die historische gebeurtenis zelf plaatsvond. Tijdens die ceremonie bevestigde Fidel opnieuw dat onze mensen nooit zullen afzien van het moreel dat hen kenmerkt, hun principes en hun ideologie. Hij benadrukte de erfenis die zijn generatie en de huidige heeft ontvangen van de grootste helden en hij onderstreept de erfenis van het Protest van Baraguá: "Het Protest van Baraguá was duidelijk aanwezig, het idee om nooit op te geven, het idee om je nooit verslagen te voelen. Het was duidelijk aanwezig."

"We hebben tegenslagen gehad, ook hele zware; we hadden ermee te maken in Moncada. Maar we gaven nooit op. Het was de geest van het Protest van Baraguá. In de gevangenis werd geen enkele gevangene vernederd en een nederlaag werd nooit aanvaard. Het was de geest van Baraguá. Na de landing van de Granma waren de tegenslagen groot, zo groot dat ze onoverkomelijk leken, maar niemand gaf het op. Degenen die het hebben overleefd, gaan door met vechten. Het was de geest van Baraguá!"

Met de val van het socialistische blok bevond Cuba zich vrijwel alleen en werd het geconfronteerd met een hard en lang proces van economische crisis en impact op alle terreinen van het sociale, institutionele en gezinsleven. Dit was de periode die 'de Speciale Periode' werd genoemd, waarin alleen de kracht van onze principes, de stevigheid van onze ideologie, onze identiteit en ons harde werk de revolutie hebben gered. Onder die omstandigheden was het noodzakelijk het bewustzijn van de mensen te verlichten en terug te grijpen op het historische geheugen om de beginselen uit eerdere periodes te verstevigen. Om die reden richten toespraken van de leiders en autoriteiten van alle niveaus zich op patriottisme, eenheid en anti-imperialisme. Tegelijkertijd bevorderden ze ook originaliteit, innovatie, vindingrijkheid en ijver onder de mensen. In deze context benadrukt Fidel in zijn toespraak tijdens de afsluiting van het 16e congres van de Cubaanse Vakcentrale (CTC), gehouden in Havana, op 28 januari 1990:

"Ons land heeft al een tijd als deze gekend. Onder de toenmalige vreselijke omstandigheden, toen veel mensen tot de conclusie kwamen dat ze niet konden blijven vechten, zelfs op dat moment, als een uitdrukking van onze onverzettelijke wil en de heldenmoed van ons volk, stond Antonio Maceo op en protesteerde tegen het Pact van Zanjon en verkondigde zijn besluit om te blijven vechten.

Toen er in die barre tijden een pact van Zanjon werd gesloten, was het antwoord een Baraguá. En dat onze geschiedenis nog kan worden geschreven, en waarom we ooit een onafhankelijke natie werden, ondanks aanvankelijk de Spaanse en later de Amerikaanse legers, was niet vanwege Zanjon maar door Baraguá!"

Hieruit blijkt het belang dat Fidel gaf aan de 'Titaan van Brons' en zijn heldhaftige daad in Mangos de Baraguá, voor de vorming van de nationale identiteit en zijn nalatenschap, die we stevig verdedigen. Het Vierde Congres van de Partij werd gehouden in oktober 1991, te midden van een situatie van economische crisis. In zijn slotwoord, op 14 oktober, op het Revolutionaire Plein Generaal-majoor Antonio Maceo y Grajales, ter gelegenheid van de officiële inhuldiging van deze monumentale plek, sprak Fidel daar de woorden:

"Antonio Maceo, je onvergetelijke en onoverwinnelijke protest dat op een dag plaatsvond onder de Mangos de Baraguá, datzelfde protest vindt hier vandaag plaats, onder dit staal dat je onoverwinnelijke machetes symboliseert! Hier, op deze gedenkplaats, hier, onder je paardrijdende figuur, hier, onder jouw schaduw, Antonio Maceo, op dit plein naar jou genoemd, in deze stad waar je werd geboren en waar jij voor het eerst ademhaalde, hier, sinds 10 oktober en ook vandaag, vindt een protest plaats, een protest dat niet het protest is van een groep heroïsche strijders, maar het protest van een heel volk, en het protest is niet alleen uit naam van Cuba maar van de wereld! Omdat net zoals jij zei dat er nooit vrede zou zijn zonder onafhankelijkheid van Spanje, wij hier zeggen we dat we ons nooit overgeven aan enige hegemonie, dat wij, Antonio Maceo, toebehoren aan jouw lijn van verwantschap, jouw bloed, jouw moed, jouw ideeën."

Bij de afsluiting van de constituerende zitting van de Nationale Assemblee, in zijn vierde zittingsperiode en van de Raad van State, op 15 maart 1993, prees Fidel het glorieuze voorbeeld van Maceo in Baraguá en benadrukte hij dat figuren zoals Maceo en gebeurtenissen zoals het Protest "het Cubaanse volk hebben gemaakt tot een volk van heldhaftig materiaal, een echt revolutionair volk, met een hoog niveau van verantwoordelijkheidsgevoel."

Bij de vaststelling van de Verklaring van de Mambises van de 20e eeuw, gehouden op 15 maart 1997, hield de leider van de revolutie een toespraak waarin hij het voorbeeld van José Marti en Maceo tijdens de historische gebeurtenis in Baraguá naar voren haalde:

"Maceo liet ons deze schat aan glorie en dit ongeëvenaarde voorbeeld na. Jullie laten ook een andere grote schat en een ander geweldig voorbeeld na, waaraan de toekomstige generaties loyaal zullen zijn. Dat eerste Protest van Baraguá vond plaats onder de schaduw van de mangobomen op die historische plek. Vandaag zullen we allemaal deze Verklaring ondertekenen en aanbieden aan het volk, in de schaduw van onze glorieuze voorganger (Martí). En aan Martí, aan Maceo en aan allen die zijn gestorven in de strijd, zeggen we: We zullen het gemorste bloed nooit verraden! Dit land zal vooruitgaan, en het zal dat elke keer revolutionairder doen en het zal oneindige hoogtes van eer, glorie en patriottisme bereiken!"

Er zijn talloze gelegenheden waarin de leider van de Cubaanse revolutie Fidel Castro Ruz het glorieuze voorbeeld citeerde van Maceo en het Protest van Baraguá om het patriottisme van de Cubanen te verheffen, op momenten dat het vaderland in gevaar was. De huidige en toekomstige generaties hebben de eervolle plicht trouw te zijn aan de onsterfelijke 'Titaan van Brons' en zijn heldhaftig Protest van Baraguá, terwijl Fidels bewering gestand wordt gedaan: "Cuba is een eeuwig Baraguá."

Voetnoten:

  1. Het Protest van Baraguá werd aangevoerd door Antonio Maceo en vond plaats op 15 maart 1878, toen Maceo een ontmoeting had met de Spaanse generaal Arsenio Martínez Campos, de hoogste koloniale autoriteit op het eiland. Maceo en de Cubaanse troepen toonden hun strijdbaarheid door zich te verzetten tegen het neerleggen van hun wapens zonder onafhankelijkheid en de afschaffing van de slavernij, zoals bepaald in het Zanjon-pact. Maceo besloot toen om door te blijven vechten voor de onafhankelijkheid van Cuba. (Bron: http://www.cubagob.cu/otras_info/minfar/defensa_ingles/ibaragua.htm)
  2. José Antonio de la Caridad Maceo y Grajales (Santiago de Cuba 1845 - Punta Brava, Cuna,1896), was een belangrijk onafhankelijkheidsstrijder en militair leider in Cuba. Zoon van een Venezolaanse vader en een Afro-Cubaanse moeder. Werkte eerst als ondernemer en landbouwer maar ontwikkelde een actieve interesse in de politieke ontwikkelingen in Cuba. Cuba was toen één van de resterende Spaanse koloniën in Amerika, maar daarover was groeiende ontevredenheid onder steeds grotere delen van de bevolking. Niet alleen leefde een groot deel van de Afro-Cubaanse bevolking nog in slavernij, maar ook een deel van de lokale, Creoolse (blank-Cubaanse) planters en elite wilde onder het administratieve Spaanse juk uit. Maceo was een van de belangrijkste militaire aanvoerders in de langdurige strijd tegen de Spanjaarden, hij streed samen met onder meer José Martí. Maceo sneuvelde op 7 december 1896, na te zijn overvallen door Spaanse troepen. (Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Antonio_Maceo)

Vertaling: J.Bernaven.