Wie wil een nieuwe koude oorlog?

i-010-021.jpg
Presidenten Xi Jinping en Kim Jong Un (Foto: Chinasquare)
i-010-022.jpg
De Amerikaanse handelsdelegatie o.l.v. minister Steven Mnuchin is in China om te praten over het handelsconflict. (Foto: ZLV)

Frank Willems

Manifest besteedt aandacht aan een recent uitgegeven anti-Chinees rapport. Wij kregen het rapport van de Belgische groep: Chinasquare. Het rapport van MERICS stelt dat de snel groeiende politieke invloed van China in Europa een belangrijke uitdaging vormt voor de liberale democratie. "China is op termijn veel gevaarlijker dan Rusland. China zou met openlijke en verborgen middelen werken op drie domeinen: beïnvloeden van economische en politieke elites, beïnvloeden van media en publiek, en beïnvloeden van de civiele maatschappij en de academische wereld. Europa zou immers open zijn en dat maakt het kwetsbaar".

Het rapport - Authoritarian-Advance, Responding to China's Growing Political Influence in Europe - is uitgegeven door het 'Mercator Institute for China Studies (MERICS) samen met het Global Public Policy Institute (GPPI). Het lijkt wel een manifest voor een nieuwe koude oorlog.

Drie Chinese doelstellingen

Europese staten gaan volgens het rapport van MERICS steeds vaker hun politiek al op voorhand aanpassen om bij China in een goed blaadje te staan. Leden van de politieke en economische elite beginnen China na te praten en zijn belangen te verdedigen, zelfs wanneer die tegen de Europese ingaan. De EU ondergaat een Chinese verdeel- en heersstrategie, vooral wat betreft mensenrechten en liberale waarden.

China zoekt meer invloed om twee samenhangende redenen. Binnenlands wil het regime zich versterken. Internationaal werpt het zich op als een uiteindelijk superieur economisch en politiek model.

Dat vertaalt zich volgens het Mercatorinstituut in drie doelstellingen. Ten eerste zoekt het steun in specifieke dossiers, in kringen van politici, zakenmensen, media, denktanks en universiteiten. Ten tweede wil het de Europese eenheid en de trans-Atlantische solidariteit ondermijnen. Ten derde zoekt het wereldwijd een positief imago voor het Chinese systeem als leefbaar alternatief voor de liberale democratie.

De Chinezen hebben het Westen verweten dat het kwaad zoekt achter normale economische samenwerking en culturele uitwisseling. Maar vanuit het perspectief van de liberale democratie vormt elke interactie met China een potentiële uitdaging. Immers het Chinese regime is autoritair, antiliberaal, en probeert zijn politiek en economisch ontwikkelingsmodel in het buitenland populairder te maken. Elk contact met China heeft vandaag een politieke ondertoon.

Weinig feitelijke argumenten

Het rapport probeert vervolgens deze stellingen te illustreren en aan te tonen. Het streven naar toenemende politieke invloed in Europa wordt geïllustreerd door de Chinese investeringen in Oost- en Zuid-Europa, door standpunten van de CPC die verschijnen in Duitse en Franse kranten, en door het afstraffen van Noorwegen nadat het de Nobelprijs voor de vrede aan een Chinese dissident gaf. Het rapport steunt echter overwegend op principes eerder dan feiten: China heeft een model dat fundamenteel verschilt van de liberale democratie; zijn economisch succes maakt elke samenwerking en elk contact potentieel gevaarlijk voor liberale democratieën. Dus die moeten zich verdedigen.

De gereedschapskist van de Chinezen

Het rapport gaat in op alle mogelijke werktuigen waarmee China in Europa aan politieke invloed kan winnen.

Het is een gedetailleerd maar weinig overtuigend overzicht. Eén voorbeeld volstaat om dat te illustreren: Belgische lezers zullen verrast zijn om in het hoofdstuk mediawerking te vernemen dat de vooraanstaande kranten 'De Standaard' en 'Le Soir' kanalen zijn waarlangs China zijn ideologie propageert.

Tegenreactie nodig

Indien Europa het liberale DNA wil beschermen moet het snel iets doen tegen de Chinese acties. Europa moet openblijven, maar beperkingen op diverse domeinen opleggen aan de beïnvloeding door China. Hier zijn enkele noodzakelijke actievormen:

Het rapport gaat ook in op de Chinese invloed in Australië. Die zou al een stuk sterker zijn dan in Europa, en moet als alarmbel dienen. Ook hier geldt weer het principe dat elke relatie tussen China en Australië per definitie verdacht is. Recente Australische maatregelen tegen China worden als voorbeeld gesteld.

Wie wil koude oorlog?

Het rapport ademt van onder een laagje academisch vernis vooral een sfeer van koude oorlog uit. China is een bedreiging en die moet aangepakt worden.

Er zijn in Europa en de VS ondernemers en politici die China zien als een revisionistische macht; een opkomende natie die de bestaande machtsverhoudingen in de wereld, met een uitgesproken machtspositie voor de multinationals van de VS, de EU en Japan, grondig wil veranderen. Die revisionistische macht moet zoveel mogelijk ingeperkt worden, economisch, politiek en militair. In de VS is Trump van deze strekking, maar Hillary Clinton en de elite die haar steunde waren het evengoed. In Europa heb je de staallobby, en nog enkele andere industrielobby's [wordt spannend na de protectionistische maatregelen van Trump die ook Europa raken, nvdr]. En er zijn politici en opiniemakers die zich aan de wegkwijnende macht van Europa met alle middelen - ook militaire - willen vastklampen, zoals Europees liberaal politicus Verhofstadt of de Belgische opiniemaker Jonathan Holslag.

Deze strekking voor inperking van China wordt in Europa min of meer in evenwicht gehouden door Europese elites die beseffen dat het voordeliger is samen te werken met een opkomende macht dan te proberen de gang van de geschiedenis tegen te houden.

Het rapport van het Mercatorinstituut gaat echter nog een eind verder in het verwerpen van samenwerking met China. Elke succesvolle samenwerking versterkt het Chinese politieke en economische model. En elke versterking van China betekent een grotere uitdaging voor het westers liberale kapitalisme, zelfs wanneer China niet bewust aanstuurt op uitvoer van zijn model. Met deze logica van het rapport zitten we weer volop in een koude oorlog.

Het rapport van MERICS vond in de mainstreammedia nog maar weinig weerklank. Alleen de website 'POLITICO' besteedde er uitgebreid aandacht aan. Het lijkt erop dat deze extreme strekking bij de Europese elite nog niet te veel aanhangers heeft. Toch zijn MERICS en GPPI niet de eerste de beste denktanks. 'MERICS' is één van de grootste China-denktanks in het Westen, in Duitsland opgericht door de private Mercator stichting die zichzelf als een familiale stichting omschrijft. 'GPPI' is een andere Duitse denktank die zijn geld volledig haalt uit financiering per project door diverse bronnen, waaronder zelfs de VN, de EU en Europese staten.

In China zelf veroordeelde de overheidskrant 'Global Times' het MERICS-rapport als een poging van misleide academici om confrontatie uit te lokken.

Bronnen: MERICS, Politico, Global Times.

14 februari 2018,