Klimaatrapport van 8 oktober en de Nederlandse Klimaatzaak van 9 oktober:

Twee keer een oproep voor een andere aanpak en meer actie door de overheid

i-008-016.jpg
Een overstroming in de Indiase stad Pathanamithitta in de deelstaat Kerala op 17 augustus jl. Het weer zorgt in steeds meer delen van de wereld voor problemen, met name in armere gebieden. (Foto: AJP/Shutterstock)

Wiebe Eekman

In Zuid-Korea maakte het Intergovernmental Panal on Climate Change (IPCC) op 8 oktober haar nieuwe studie en besluiten kenbaar aan de wereld. De klimaatconferentie van Parijs had in december 2015 gevraagd: Wat is het verschil tussen een gemiddelde opwarming van de aarde met 1,5 graad Celsius of met 2 graden? En kunnen we deze strengere beperking nog verwezenlijken? Op 9 oktober deed het gerechtshof in Den Haag uitspraak in de Nederlandse Klimaatzaak (aangespannen door de klimaatactiegroep Urgenda). De Nederlandse regering was in beroep gegaan tegen een eerdere uitspraak, dat zij niet genoeg deed om de opwarming van de planeet te beperken. Het hof gaf de Nederlandse overheid opnieuw ongelijk en bevestigde het eerdere vonnis.

We hebben vanaf nu twaalf jaar om een klimaat-ontaarding ramp te voorkomen zeiden 200 wetenschappers van 195 landen, verzameld in het IPCC. Zij stelden dit in een studie van 800 bladzijden met 6000 referenties. Van 1 tot 6 oktober werd nog zwaar gestreden over de 33 bladzijden tellende samenvatting, het Summary for Policy Makers. Niet over de wetenschappelijke inhoud en voorspellingen over het klimaat, maar wel over wat er te doen valt.

Samenvatting van de besluiten van het rapport

Vandaag is de gemiddelde temperatuur over de wereld ruim 1 graad Celsius meer dan in de pré-industriële periode. Die stijging is al erg genoeg en veroorzaakt extreme weerfenomenen, vernietigt ecosystemen in zee en op land en ondermijnt onze voedselveiligheid en levensomstandigheden.

Een stijging tot anderhalve graad is te verwachten tegen 2040. Dat gaat alles nog veel erger maken. We kunnen zeggen dat in 2018 de wereld in brand stond: van Californië, over Scandinavië, tot in Japan en Australië. Deze extreme weersomstandigheden zullen dan de nieuwe norm (het nieuwe normaal) zijn. Een stijging tot twee graden gaat gepaard met nog meer extreme toestanden, die hele ecosystemen vernietigen en landbouwoogsten kelderen. Die gemiddelde temperatuurstijging camoufleert vele malen hogere stijgingen aan de polen en aan de evenaar. Alleen een radicale economische omslag kan deze ramp voorkomen.

Hoe radicaal dan wel? Van nu tot 2030, dat is binnen 12 jaar, moeten de wereldwijde emissies dalen met 45 procent. Tegen 2050 moet de emissie nul zijn. Dat om met een redelijke kans niet over de limiet van anderhalve graad te gaan. Om zeker te spelen dienen we bovendien massaal CO2 uit de atmosfeer en uit de oceanen terug te halen.

Het klimaat toont dat we een politieke omwenteling nodig hebben

Zo drastisch ingrijpen in alle sectoren van de maatschappij, vergt overheidsingrijpen. Dat kan je niet aan de chaos van de markt overlaten. Het vergt een mobilisatie van de bevolking om heel het land op oorlogsvoet te zetten. Veel zal herbekeken moeten worden om het structureel anders aan te pakken. Er zal geïnvesteerd moeten worden. De maatregelen zullen bovendien sociaal rechtvaardig moeten zijn.

Over de aanbevelingen in het rapport werd zwaar politiek gestreden daar in Zuid-Korea. Ze zijn dan ook niet allemaal unaniem. Ik lees dat de Amerikaanse delegatie zich zwaar verzette tegen het binden van de klimaatdoelstellingen aan de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de VN. Door diezelfde delegatie werden afkeurenswaardige voorstellen binnengesmokkeld zoals inzetten op kernenergie... Saoedi-Arabië eiste dat het waardeverlies van aandelen in de fossiele brandstofsector meegeteld werd als onkosten van de transitie, om zo hernieuwbare energie van zon en wind in een slecht daglicht te zetten.

De meer gematigde kapitalistische landen, zoals de meeste Europese landen, brachten andere scenario's van emissievermindering binnen in het rapport, die wij evenmin kunnen volgen. "Laten we onze eigen (kapitalistische) economie niet bruuskeren", zeggen zij. "Laat ons de eerste jaren nog een verdere toename van de emissie aanvaarden. We zullen dan later met technische middelen gewoon veel meer CO2 uit de lucht halen, zodat we in 2050 ook op nul emissie uitkomen". Dit is wederom de verantwoordelijkheid doorschuiven naar volgende generaties. Of zeg maar naar de ambtsperioden van de politieke opvolgers. Wie waarborgt ons dat later wel inspanningen gedaan worden?

Het is bovendien crimineel denken. Bij overschrijden van bepaalde drempels broeikasgas in de atmosfeer, worden kantelpunten in de natuur getriggerd. Wat kapot of verdwenen is kan dan niet meer hersteld worden. Wij eisen samen met oprechte wetenschappers, zoals de voormalige vicevoorzitter van het IPCC Jean-pascal van Ypersele, dat Europa haar ambitie voor emissievermindering tegen 2030 brengt op 55 à 60 procent ten opzichte van 1990.

De concurrentie tussen de bedrijven of de veiligheid van de bevolking?

In juni 2015 veroordeelde de rechtbank in de Nederlandse Klimaatzaak, de Nederlandse overheid tot het verhogen van de emissievermindering tot minimaal 25 procent tegen 2020. Dat was de ondergrens van de vork van 25 à 40 procent die indertijd door het IPCC gesteld werd. De Nederlandse overheid ging in beroep, in naam van de concurrentiepositie van de Nederlandse bedrijven op de wereldmarkt. In 76 paragrafen bevestigde het Hof in Den Haag op 9 juli het eerdere vonnis. Dat Nederland bij de landen behoort die een hogere ambitie hebben tegen 2030, ontslaat haar er niet van nu al meer te doen.

Bovendien geeft het gerechtshof in Den Haag aan alle burgers over heel de wereld het signaal dat zij van hun overheid bescherming kunnen eisen tegen de klimaatverandering. Dat dit een mensenrecht is. Ook al is het klimaat een wereldprobleem, dit ontslaat Nederland niet van de plicht al het mogelijke te doen vanaf zijn grondgebied.

Artikel Manifest 18-10-2018