Klimaatontaarding: wiens verantwoordelijkheid, wie betaalt?

Gele Hesjes, Groene Hesjes, Rode hesjes, samen op straat

i-008-016.jpg
Actievoerende scholieren voor klimaatbewustzijn. (Foto: Manifest/wvdk)

Wiebe Eekman

Op zondag 31 maart liepen ze samen op in de zoveelste klimaatbetoging in Brussel. Samen tegen de overheid die duidelijk haar eigen bevolking misprijst. De overtuiging dat elke ecologische maatregel ook sociaal verantwoord moet zijn, neemt meer en meer toe onder de klimaatbetogers. Steeds meer begrip onder hen voor de Gele Hesjes. Gele Hesjes zijn niet per definitie tegen klimaatmaatregelen. Wel tegen de ijver van de overheid en de meeste politieke partijen om een koolstofbelasting op te leggen als dé maatregel bij uitstek om iets te doen aan de klimaatontaarding.

Waarom alles regelen met belastingen? Als je moet ploeteren om het eind van de week of van de maand te halen, is het moeilijk te denken over het einde van de wereld.

De scholierenprotesten zijn gericht tegen de overheid. Ze doorbreken daarmee het blameren van de individuele mensen, die door hun consumptie verantwoordelijk zouden zijn. Terwijl zij als burgers in deze maatschappij niet veel in de melk hebben te brokkelen.

Het politiek inzicht in de klimaatontaarding is in de jaren geëvolueerd...

Vanaf de jaren zeventig werd de impact van de menselijke activiteit op het milieu duidelijk. We hadden de zure regen en de aantasting van de bossen, het gat in de ozonlaag, de vervuiling van de rivieren, de erosie en woestijnvorming, de hongersnoden... Het klimaatprobleem was toen al bekend maar kwam nog niet politiek ter sprake. In 1992 in Rio de Janeiro, op de Wereldconferentie over de Klimaatverandering, werd het kaderakkoord getekend dat de basis is voor de jaarlijkse internationale klimaatonderhandelingen.

Sindsdien woedt de strijd tussen de rijke westerse landen die historisch verantwoordelijk zijn voor het overgrote deel van de broeikasgassen en de armere ontwikkelingslanden, die er het meeste last van hebben. In 2009 met de 'COP15'-onderhandelingen in Kopenhagen, hoopten alle middenveldorganisaties op een wereldwijd ambitieus, fair en dwingend klimaatakkoord. De teleurstelling was groot. De VS, Australië en Europa weigerden hun verantwoordelijkheid te nemen. Daar in Kopenhagen hoorde je voor het eerst massaal de slogan: "verander het systeem, niet het klimaat".

Aziatische organisaties namen het voortouw. In april 2010 organiseerde Bolivia een alternatieve tegentop in Cochabamba, die onomwonden het kapitalistisch systeem als oorzaak aanduidde. In juni 2010 volgde het Internationaal Vakverbond met zijn Verklaring van Vancouver, die de klimaatproblematiek tot een vakbondskwestie maakte. Zij eisten een rechtvaardige transitie naar een koolstofarme maatschappij en recht op waardig werk. "Op een dode planeet is er geen baan".

In 2011 bij de 'COP19'-onderhandelingen in Warschau organiseerden wij de betogerstrein vanuit België, later bekend als de Climate Express. Daar in de trein sloten milieuactivisten en sociale activisten samen een akkoord dat ecologische en sociale strijd onlosmakelijk verbonden zijn. Sindsdien neemt dat idee hand over hand toe, wat duidelijk is in de huidige klimaatbetogingen.

Wie is eigenaar van de productiemiddelen? En waarvoor worden ze ingezet?

Neem de productie van energie. Elektriciteit en warmte zijn niet weg te denken uit de samenleving. Terecht wordt gezegd dat de toegang tot voldoende energie een basisrecht is. Een basisrecht dat de overheid dient te verzekeren. Dat is een strijdpunt van de Gele Hesjes en evengoed van de vakbonden.

Omgekeerd levert de huidige energieproductie uit fossiele bronnen de meeste broeikasgassen op. De technische middelen om over te schakelen naar een volledig broeikasvrije energieproductie bestaan. Meer dan voldoende om aan het basisrecht op energie te voldoen. Wat staat er dan in de weg? Het private eigendom over de productiemiddelen door grote kapitalistische ondernemingen, multinationals... Voor hen staat het rendement voor de aandeelhouders centraal. In marxistische termen, de kapitaalaccumulatie, waar alles voor moet wijken. Energie wordt bekeken als een koopwaar, niet als een basisrecht voor iedereen. Investering in zuivere productie? Als het rendement van de aandeelhouders maar niet vermindert. De verantwoording tegenover de bevolking en tegenover de draagkracht van de planeet moet daarvoor wijken.

De Europese regeringen volgen spijtig genoeg dezelfde redenering. Het rendement van de grote banken en bedrijven gelden als eerste criteria voor al hun politieke keuzes. Ideologisch pleiten zij voor de liberalisering van de markt, voor verdere vermarkting van alles dat vroeger openbare dienstverlening was. De kloof tussen rijk en arm neemt steeds maar toe.

Een stabiel klimaat , een gezonde lucht is een gemeenschappelijk goed van iedereen

Europa stelde een emissiemarkt in voor de grote uitstoters, steeds meer overheden leggen een koolstofprijs op aan de gewone gebruikers. Dat allemaal in naam van het vijftig jaar geleden gelanceerde principe 'de vervuiler betaalt'. In de praktijk wordt dit echter 'wie betaalt mag vervuilen'. Is dat wat wij willen? Nee, natuurlijk, we willen dat er géén vervuiling is. Het is onze toekomst die verknald wordt, zeggen de jonge klimaatstakers.

Gezonde lucht en een gezond klimaat zijn van levensbelang voor iedereen. Dat in stand houden of eerder gezegd, opnieuw bereiken, dient een verplichting te zijn. Wie moedwillig vervuilt moet als een misdadiger tegenover de mensheid en tegenover 'Moeder Aarde' worden bestempeld. De vervuiler moet niet gewoon betalen, maar de schade herstellen.

De grote aandeelhouders zijn verantwoordelijk voor de verkeerde keuzes die zij maakten en nog steeds maken. Zij dienen vanuit de overheid aan strenge normen onderworpen te worden om onze economie in snel tempo om te vormen op een gezonde ecologisch en sociale basis. Dat zonder subsidies uit de publiek middelen. De overheid dient een sociaal verantwoord klimaatplan op te leggen en dat zelf mee uit te voeren. De tijd dringt.

Artikel Manifest, 5 april 2019.