Chili ontwaakt na dertig jaar klassenvrede

i-004-011.jpg
Demonstratie van Chilenen in Amsterdam op 26 oktober jl. als steun voor de strijd in Chili. (Foto: Manifest/WK)
i-004-010.jpg
Affiche dat oproept voor een nationale staking in Chili. De staking was succesvol, de strijd gaat door. (Foto: Manifest/WK)

Willem Kranenburg

Op zeventien oktober jongstleden bestormden Chileense studenten de tourniquets van de metro van Santiago. Dit waren geen gewone zwartrijders. Zij kwamen massaal in opstand tegen een verhoging van het reistarief. Al gauw kregen zij steun van anderen die, door deze actie geïnspireerd, ook de straat opgingen.

Het bleek de spreekwoordelijke druppel die de emmer deed overlopen. Velen gingen de straat op,niet alleen in Santiago en ook niet alleen tegen de tariefsverhoging van het openbaar vervoer. Iedereen uit(te) zijn of haar eigen onvrede over de regering: corruptie, vriendjespolitiek en zelfverrijking van de politieke en financiële elite. Verzet tegen onrecht, sociale ongelijkheid, slecht functionerende publieke voorzieningen, discriminatie van de Mapuche (oorspronkelijke bewoners van een gedeelte van de regio van wat nu Chili is) en zo voort.

Dit protest komt niet uit de lucht vallen. De onvrede begon al minstens tien jaar geleden met onder andere een protest in 2006 tegen de verlenging van de wet op het subcontract in de kopermijnbouw, een wet ingevoerd door het regime van Pinochet, bedoeld om de vakbondsmacht van de mijnwerkers te breken, door inhuur van mijnwerkers via privébedrijfjes mogelijk te maken. Voorts studentenprotesten voor beter en betaalbaar onderwijs in 2011 en de beweging voor afschaffing van het privépensioenplan AFP voor een rechtvaardig pensioenstelsel van de afgelopen jaren. Maar het was nooit zo breed en door zoveel mensen gedragen.

De regering van president Piñera reageerde op het massale protest met militaire repressie en een avondklok. Van de hierdoor ontstane chaos maakten ook criminele elementen gebruik, wat vervolgens door pers en regering werd misbruikt om het legitiem en vreedzaam protest te criminaliseren. Vanaf 17 oktober werden, volgens het Chileens Nationaal Instituut voor de Mensenrechten, 3500 personen gearresteerd en meer dan 1100 gewond waarvan 600 door vuurwapens. Er werden 94 personen gemarteld en het precieze aantal doden is onbekend, maar wordt geschat op rond 40. (stand op 5 november).

Het doet denken aan de donkerste dagen van Chili. Toen in 1973, door omverwerping van de regering van de socialist Allende, Chili onder de dictatuur van de door de VS gesteunde generaal Pinochet, een proeftuin werd voor het zogenaamde neoliberalisme. Alle linkse bewegingen en vakbonden werden verboden. Staatsbedrijven en publieke voorzieningen werden geprivatiseerd, een nieuwe grondwet legde dit alles vast. In 1990 werd door een referendum formeel de democratie hersteld maar de grondwet die het privébezit van bijna alles beschermt, is nog steeds dezelfde. Het verbod op progressieve partijen is wel opgeheven maar veel wetgeving uit de tijd van de fascistische dictatuur is nooit teruggedraaid.

Een van de leuzen van het het huidige protest is geen 30 peso meer, maar 30 jaar. Die dertig peso slaat op de tariefsverhoging van het openbaar vervoer. Die dertig jaar op het door verschillende regeringen na de dictatuur voortgezette neoliberaal beleid. Hiertegen komen veel Chilenen nu in opstand en ook de roep om een grondwetgevende vergadering wordt steeds luider. Zullen de Chilenen er in slagen eindelijk te breken met de erfenis van de dictatuur van Pinochet, of lijden onder de nieuwe van Piñera?

In de straten van Chili en in de Chileense gemeenschappen wereldwijd zoals hier in Amsterdam klinkt weer de leus - un pueblo unido jamas sera vencido - (een verenigd volk kan nooit verslagen worden). De Communistische Partij van Chili heeft samen met de Partido Federación Regionalista Verde Social (Federale regionalistische groene sociale partij) en de Progressieve Partij (Partido Progresista de Chile), de beweging Unidad para el Cambio (Eenheid voor de verandering) gevormd. De vakbonden kondigden voor 12 november een nationale staking af. Als ze dit verenigd verzet weten uit te bouwen tot een verenigd bouwen aan een rechtvaardige samenleving, hebben ze een wereld te winnen.

Het protest in Chili staat niet op zichzelf. Het gist in Latijns-Amerika. Begin oktober waren er rellen in Ecuador over verhoging van de brandstofprijzen. In Venezuela duren protesten tegen en steun voor president Maduro voort. In Argentinië is weer gekozen voor een socialere aanpak. In Bolivia is president Evo Morales door een militaire coup gedwongen om af te treden en het land te ontvluchten. Net als in Chili in 1973 werd de regering verraden door rechtse militairen. Elk van deze landen en bewegingen kent eigen specifieke omstandigheden. Maar duidelijk is dat in alle gevallen grote multinationals openlijk of achter de schermen eraan deelnemen. Zij willen hun dominantie in het verwerven van bodemschatten behouden of herwinnen!