Klassiek en Actueel
“(...)Daarom is de nieuwe, ongehoord krachtige stoot die aan de vrouwelijke arbeidersbeweging is gegeven onvermijdelijk verbonden met de oprichting (en de consolidatie) van de eerste Sovjet-republiek – en daarnaast ook in verband met de Communistische Internationale. Zodra er sprake is van hen die rechtstreeks of zijdelings, volledig of gedeeltelijk werden onderdrukt door het kapitalisme blijkt het de Sovjet-macht en de Sovjet-macht alléén te zijn die een waarborg vormt voor de democratie. Dat wordt wel duidelijk uit de positie van de vrouw. Maar de Sovjet-macht vormt de laatste beslissende strijd voor de vernietiging van de klassen en voor economische en maatschappelijke gelijkheid. Aan de democratie, zelfs aan de democratie voor hen die door het kapitalisme worden onderdrukt, waaronder ook die voor het onderdrukte geslacht - hebben wij niet genoeg. De arbeidersbeweging van de vrouwen stelt zich als hoofddoel de strijd voor de economische en maatschappelijke gelijkheid van de vrouw, en niet alleen de formele gelijkheid. Het betrekken van de vrouw bij de maatschappelijke productieve arbeid, haar uit de ‘slavernij van het huishouden’ sleuren en haar bevrijden van haar ondergeschikte positie - afstompend en vernederend als die is - van eeuwig en altijd louter en alleen de keuken en de kinderkamer - dat is de voornaamste taak. Dat is een langdurige strijd, die een fundamentele hervorming eist van zowel de maatschappelijke structuur als van de zeden. Maar deze strijd zal eindigen met een volledige overwinning van het communisme.(...)”
Uit: Prawda – 8 maart 1920 (Lenin)