Skip navigation

Citaat van de Maand

"

Uit de enquête bleek verder, dat tussen een kindertehuis en een fabriek er tegenover een onderaardse gang liep. Door die gang liepen kinderen die in de Belgische Kempen woonden en door een abt bijeen waren gebracht naar de fabriek. Zo viel het minder op. Vrouwen werkten tot de laatste dagen van hun zwangerschap en enkele dagen nadat het kind geboren was stonden ze weer in de fabriek. Een arts vertelde dat de pasgeboren kinderen door de grootmoeder thuis met pap werden gevoerd, vaak darmontsteking kregen en stierven.

Regout liet huizen voor zo’n 3000 werknemers bouwen. Daarmee wist hij de arbeiders aan zich te binden. Er moest huur voor betaald worden. Wie ontslagen werd moest nog dezelfde dag uit het huis. Wie te oud was om te werken eveneens. De grote roomse gezinnen leefden in tweekamerwoningen; het kwam voor dat 16 mensen in één kamer sliepen. Ze aten droog brood en soms een kop soep. Vlees kwam nooit op tafel. In de glasfabriek De Stelle werden vele arbeiders uitgeteerd door giftige stoffen, die men binnenkreeg. De kindersterfte aan tering was groot. Ook stierven vele jonge mensen reeds als ze nog maar nauwelijks 20 jaar waren.

In een aantal boeken wordt Petrus Dominicus Regout met ere genoemd als stichter van glas- en aardewerkfabrieken, de eerste industrie op dat gebied in Nederland. Nadien werd de fabricage van fijn aardewerk eraan toegevoegd. De fabrikanten genoten een grote reputatie. Voor Regout werd een standbeeld opgericht. ‘Als de mensen die er in de vorige eeuw werkten dat standbeeld zouden zien, dan zou het er geen minuut meer staan’, zo werd later door de zoon van iemand, die een lang leven van slavenarbeid in de fabriek doorbracht gezegd.

Pieter Terpstra, 1987
Afbeulen van arbeiders en kinderen, één van de inleidende hoofdstukken van ‘Opkomst en strijd van de arbeidersbeweging in Friesland’