De gemeenteraad van De Friese Meren, in vergadering bijeen op 11 december 2014,
kennis genomen hebbend van brieven van en inspraak door inwoners van Rijs e.o. richting B&W en de Gemeenteraad,
overwegende
– dat ontwikkelingen in andere delen van de wereld, zoals oorlogen en burgeroorlogen, vluchtelingenstromen op gang brengen;
– dat het zich laat aanzien dat het einde daarvan nog niet in zicht is;
– dat het een sociale, morele en ook een politieke plicht is om in een land als Nederland, waar op het grondgebied sinds 1945 geen oorlog heerst, vluchtelingen onderdak te bieden;
– dat nu in onze gemeente het wel of niet meewerken aan opvang van, als ook het aantal onderdak te bieden, vluchtelingen aan de orde is;
– dat reacties uit Rijs e.o. niet alleen blijk geven van felle kritiek aan het adres van B&W, de Gemeenteraad en het COA, maar vooral ook van negatieve en kwetsende kwalificaties waar het over vluchtelingen gaat;
– dat hierbij meerdere malen fatsoensnormen overschreden zijn;
– dat de vrijheid om in het openbaar en anderszins meningen naar voren te brengen een groot goed is;
– dat dit zeker ook voor de Gemeenteraad en zijn onderscheiden fracties en leden geldt,
spreekt zijn bezorgdheid uit over de negatieve en kwetsende woorden welke over vluchtelingen geschreven en uitgesproken zijn
en neemt daar nadrukkelijk afstand van
R. Visser (NCPN)
en gaat over tot de orde van de dag.