Onlangs konden wij vernemen dat wethouders van financiën van 234 gemeenten boos zijn over de bezuinigingen die het Rijk op de gemeenten heeft afgewenteld. Zij moesten daarom bezuinigingen ten koste van hun inwoners uitvoeren, zo schreven zij in hun boze brief aan de regering. Onder die boze gemeentebestuurders bevinden zich ook die van onze gemeente De Fryske Marren. Nu heb ik als raadslid van De Fryske Marren nooit iets van boosheid en van bezorgdheid over de inwoners gemerkt.
Al die bezuinigingen zijn zelfs met verve verdedigd en ook als zodanig door een grote raadsmeerderheid aanvaard. Een betere wereld zou zich openen door al die kortingen: meer gemeenschapszin, zelfredzaamheid, eigen kracht, maatwerk en meer van dat fraais. Veel inwoners hebben het ervaren: minder huishoudelijke hulp voor zieken en gehandicapten, zonder mogelijkheid van bezwaar; minder en lagere voorzieningen voor de laagste inkomensgroep; drastische verlaging en zelfs afbouw van subsidies voor sport, welzijn en cultuur.
Nu zijn ook B&W van De Fryske Marren boos. Op het Rijk, voor wie ze de bezuinigingen met de genoemde schijnargumenten hebben verdedigd en ze zelfs als ‘nieuwe kansen’ hebben gezien. De boze bestuurders zijn tot nu toe niet anders geweest dan gezagsgetrouwe zetschippers van de rederij Rutte-Asscher-Zijlstra-Samsom. Nu zijn ze boos op hun baas. Wel erg laat. Maar beter laat dan nooit.
Rinze Visser,
raadslid NCPN.