Al jarenlang worden wij overstelpt met berichten , onderzoeksresultaten en nog veel meer over de demografische ontwikkeling van Nederland en over welke gevolgen die zal hebben voor met name de zorg voor de kwetsbaren en hulpbehoevenden. En dat vereenvoudigd tot schaarste aan personeel en financiële middelen. En het kon niet uitblijven: de brede maatschappelijke discussie hierover is gestart. Dus nu ook in De Fryske Marren. Een wensbeeld voor de middellange en lange termijn (2040). Gezien het voorgaande lijkt het dan ook logisch dat het wensbeeld al in de drie stellingen en de discussiepunten wordt aangegeven. . Gezien de genoemde schaarste moet de hand op de overheidsknip blijven…. Want zo vrij is deze discussie niet.
Want staat er in de door B&W aangeleverde stukken: “We moeten waken voor de maakbaarheidsgedachte’. Met andere woorden: heb niet de illusie dat er nog iets tegen te doen is. Alsof de geschetste toekomstige problemen ook niet het resultaat zijn van in politieke besluiten vervatte maakbaarheidsgedachten. Het veranderen van Nederland van een ‘kapitalisme met een menselijk gezicht’ in een kapitalisme zoals het ooit bedoeld is. Zoveel mogelijk zonder sociale verworvenheden. Een land met meer ongelijkheid, met een nog grotere kloof tussen arm en rijk, met kaalslag in de collectieve sector, nog meer toename van individualisme, meer marktwerking, nog meer terugtredende overheid, vooral op sociaal terrein. En de waarschuwing luidt: heb niet de illusie dat we dat weer kunnen veranderen…. En daarom zouden we moeten waken voor de maakbaarheidsgedachte.
Zoals een van de spreuken op een van de Lemster sluishuisjes: ‘Het getij gaat zijnen keer en wacht op prins noch heer’ Dus mensen, er zit niet anders op dan alle sombere vooruitzichten op je af laten komen. Ook eb en vloed kun je niet tegenhouden…. Dat is het prediken van defaitisme. Zoals in de voorgelegde stellingen. Ongelijkheid nastreven. In de aanloop naar de verkiezingen vocht van ‘links tot rechts’ om de microfoons om daarvoor het volk te melden over hun afschuw van ongelijkheid. Maar de acceptatie van en zelfs het nastreven van nog meer ongelijkheid gaat gewoon door. Het belang van een sociale basis betekent hier dus: dat wat de overheid weinig of geen geld voor de zorg kost. Zelfredzaamheid en eigen kracht. Ongelijk investeren dus.. . De kernen Balk, Joure en Lemmer anders – dus beter – behandelen dan de andere, kleinere kernen? Zijn niet alle inwoners voor de wet gelijk? Want in de andere dorpen zou de gemeenschap de hulpvraag wel oplossen…
Tekort aan personeel en geld. Er is dus meer personeel nodig. Maar meer personeel kost geld, waarvan gezegd wordt dat dat er niet is. Dus al dat gelamenteer over personeelsschaarste kan in die zin niet gemeend zijn. Waar een wil is is een weg. Problemen kunnen voor 2040 opgelost worden.
Dus meer vragen van de samenleving. Want wat een inwoner zelf kan, nemen we niet of niet meer over… Dat zegt dat er nu, na al die bezuinigingen die de zorg al achter de rug heeft, dat er inwoners nu hulp krijgen die ze niet nodig hebben. Je moet maar durven! De gedachte dat inwoners, behalve van Balk, Joure en Lemmer, geen gesubsidieerde zorg meer zouden krijgen om andere hulpbehoevenden nog wel te kunnen helpen is niet vanwege de huidige regelgeving niet alleen absurd maar ook asociaal. Dan wordt de preventie in stelling gebracht als de oplossing. Alsof het voorkomen dat inwoners zorg nodig zullen moeten hebben al niet de gewoonste zaak van de wereld zou moeten zijn. Dus we zouden inwoners van Bakhuizen en Oudehaske – ik noem maar wat – het recht op zorg moeten ontnemen om inwoners van Balk, Lemmer en Joure nog wel te kunnen helpen. Wat is dat voor een wensbeeld waarbij het mensbeeld uit zicht raakt en van elke tien volwassen inwoners er elf mantelzorger moeten zijn?
Rinze Visser (NCPN)