Eigenlijk vanaf de privatisering van het Lemsterlandse gemeentelijk zwembad en het daarna in het strandpaviljoen ondergebrachte en in particuliere handen zijnde nieuwe zwembad zijn er, ondanks de vaak positief klinkende berichten, problemen geweest. Zoals de positieve berichten op het conto van het beheer door de diverse exploitanten geschreven konden worden, waren de veelal niet naar buiten gebrachte problemen van financiële aard. In het contract tussen de gemeente -eerst Lemsterland, later De Fryske Marren – en de eigenaar staat beschreven dat de gemeente jaarlijks een bedrag voor de exploitatie van het zwembadgedeelte ter beschikking stelt dat gebaseerd is op wat de gemeente destijds zelf op het gemeentelijk zwembad moest bijleggen. Duidelijker kan het niet, zou men zeggen. De NCPN en destijds ook een aantal andere raadsfracties vonden dat er verantwoording over de besteding van dat bedrag – inmiddels bijna vier ton per jaar – moet worden afgelegd. Meerdere colleges van B&W en raadsmeerderheden vonden dat niet.
Alle exploitanten – beheerders van het zwembad – hebben het moeilijk gehad, omdat van het gemeenschapsgeld (geld van de inwoners) er onvoldoende tot zelfs niets voor de exploitatie van het zwembad gebruikt is. Bij de eerste exploitant ging het zelfs zo ver dat door een daardoor opgebouwde schuld de eigenaar als ‘schuldeiser’ het faillissement aanvroeg. De volgende exploitant moest het na een aantal jaren af laten weten. Uiteraard waren er officieel geen financiële problemen. De exploitant ‘was aan een nieuwe uitdaging toe’… Ook de laatste exploitant moet het nu af laten weten. Het contract is afgelopen en de eigenaar was kennelijk niet van plan een nieuw contract met betere voorwaarden aan te bieden. Dat is de situatie nu! De eigenaar heeft inmiddels over al die jaren miljoenen opgestreken en juist daardoor de exploitanten van het zwembad zodanig kunnen uitzuigen totdat het ballonnetje leeg raakte.
De politiek – colleges van B&W, gemeenteraden – zaten erbij en groeven zich in in gemeenplaatsen als ‘daar gaan wij niet over’ en in de goede verstandhouding met de eigenaar/recreatie-ondernemer. Al die jaren lang lieten zij exploitanten met hun werknemers tegen een dreigend faillissement vechten, lieten zij het gevaar van sluiting van een belangrijk maatschappelijke instelling als een zwembad over zich heen komen. Want, de gemeente zou hierin geen partij zijn… En dat terwijl er jaarlijks een kapitaal aan euro’s naar de eigenaar van het zwembad is overgemaakt. Het voortbestaan van het zwembad loopt gevaar. Zoveel is nu wel duidelijk geworden. De oplossing die men nu denkt te hebben gevonden – voor een jaar als exploitant Sportbedrijf De Fryske Marren aan te wijzen – blijkt in verband met bestaande wetgeving nogal discutabel te zijn. In de bestaande maatschappij is het, als je macht bezit, niet verboden andere mensen uit te buiten en belangrijke maatschappelijke voorzieningen in gevaar toebrengen. Het wordt nu de hoogste tijd dat de volksvertegenwoordiging – de gemeenteraad de rug recht en zijn tanden laat zien. En het niet meer alleen overlaat aan de NCPN en nog enkele anderen. Het op den duur door de gemeente overnemen van het zwembadgedeelte mag niet worden uitgesloten.