Plaats van handeling: gemeentehuis De Fryske Marren in Joure. Oorzaak woordenwisseling: een door de NCPN ingediende motie waarin van B&W gevraagd werd om inwoners die voor hun inkomen van de gemeente afhankelijk zijn met meer respect te behandelen. Her antwoord hierop van de wethouder was dat het voor een raadslid ongepast is ambtenaren te beschadigen. Toen ik namens mijn fractie later benadrukte dat de motie niet tegen ambtenaren gericht, maar een verzoek was aan B&W als verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid omtrent sociale zaken en ik enkele voorbeelden wilde geven hoe inwoners soms afgeblaft worden, wilde de voorzitter (de burgemeester) mij het woord ontnemen.
Dien maar een motie van wantrouwen in, zo was de wel zeer zwakke reactie van de raadsvoorzitter. Dat klonk als: wij zijn met 34 ( 29 raadsleden en 5 wethouders) en jullie met z’n tweeën, kom maar op.als je durft… Alsof zo’n inwoner er ook maar iets mee opschiet als er een ijdele poging wordt gedaan een wethouder naar huis te sturen.
Het is onjuist dat als de NCPN het beleid van B&W aan de kaak stelt, zij daar ambtenaren mee beschadigt. Het probleem is dat B&W inwoners beschadigen, waar de NCPN in de praktijk de voorbeelden van meemaakt.De NCPN kan en zal niet accepteren dat er inwoners zijn die als tweederangsburgers behandeld worden. Net zo min als geaccepteerd mag worden dat er andere inwoners als eersterangsburgers worden benaderd, zoals bijvoorbeeld de directie van Douwe Egberts en de eigenaar van het strandcomplex in Lemmer. Het wordt steeds meer duidelijk dat de sociale kwestie in De Fryske Maren een taboe is, waar in het openbaar niet over gesproken kan worden. De NCPN vindt dat iedereen, ongeacht inkomen of maatschappelijke status, door de overheid met respect behandeld moet worden. Maar kennelijk vinden B&W dat er onderdanen en ook bóvendanen zijn.
Rinze Visser,
Fractievoorzitter NCPN.