Eerder dit jaar richtte de NCPN-fractie in de gemeenteraad van De Fryske Marren zich met schriftelijke vragen tot B&W van deze gemeente. Dit naar aanleiding van een enquêtecommissie-rapport over het fraudebeleid, waarin ook – naast de Rijksoverheid – ook andere instanties waarbij ook gemeenten op kritische wijze worden genoemd. Aanleiding van dit onderzoek was uiteraard het in 2020 verschenen onderzoeksrapport ‘Ongekend onrecht’, waarbij het toeslagenschandaal kinderopvang centraal stond. De NCPN vroeg ondermeer of het strenge gemeentelijk sanctiebeleid op sociaal terrein nu ook aan een kritische blik is onderworpen. Waarop het antwoord kwam dat het gemeentelijk beleid al eerder in sociale zin was bijgesteld.
Wat is waar en wat is niet waar? De NCPN in De Fryske Marren heeft ook in de afgelopen jaren nou niet bepaald de indruk gekregen dat het institutioneel wantrouwen als het om mensen die van sociale voorzieningen afhankelijk zijn gaat verminderd is. Wat te zeggen van een inwoner die van de gemeente eerst bezittingen moest verkopen en pas nadat de bankrekening de ‘nul’ naderde de bijstandsaanvraag mocht indienen? Waarbij de gemeente dus – zelfs in strijd met de Wet – het ‘vrij te laten vermogen’ buiten beschouwing liet, waardoor deze inwoner zonder enige financiële buffer daarvan nog steeds de nadelige gevolgen ondervindt. De ook plaats gevonden hebbende pesterijen laten we hier maar buiten beschouwing.
Een aantal jaren eerder vond er iets plaats wat zeker hier het noemen waard is. Een inwoner uit een dorp in de gemeente organiseerde ieder jaar met een aantal dorpsgenoten een manifestatie, zodat er door de jaren heen, vooral door sponsorgelden en donateurs, een behoorlijk bedrag op de rekening stond. De inwoner had deze gelden onder de hoede en de bankrekening stond ‘onder vermelding van’ op zijn naam. Hij was toen werkloos en ontving met zijn gezin een bijstandsuitkering van de gemeente. De gemeente eiste dit bedrag op en dwong ook nog bezittingen te verkopen. Een teveel ontvangen bedrag aan BGB voor zorgkosten – hun zorg behoevende kind was overleden – zou ook nog als terugbetaling in rekening worden gebracht. Dit ging niet door omdat de Sociale Verzekeringsbank als verstrekker de rechthebbende was.
Het mag duidelijk zijn dat dit veel leed bij inwoners veroorzaakte. De NCPN is bij lange na niet overtuigd van de geruststellende woorden zoals die in de antwoorden op de schriftelijke vragen te lezen zijn. Om verwarring te voorkomen: in verband met armoedebestrijding – wat de laatste jaren nogal aandacht kreeg – heeft de gemeente De Fryske Marren wel een aantal stappen gemaakt, zodat er meer mensen voor specifieke sociale regelingen in aanmerking komen. Maar of dit onder het huidige politieke klimaat zal beklijven is nog maar de vraag. De NCPN zal zeker waar het de sociale kwestie betreft alert en attent blijven.