‘Communistisch Verzet in Friesland’ – Enkele overdenkingen van Rinze Visser

Chris Beuker, schrijver van het boek ‘Communistisch Verzet in Friesland’, Jan van Friesland, uitgever en genodigden bij de presentatie van het boek, er is mij verzocht enkele woorden uit te spreken bij deze gelegenheid. Waarom mij gevraagd? Zelf heb ik in de Tweede Wereldoorlog niet in het verzet gezeten. Dat zou ook wel vreemd zijn geweest voor zo’n jonge kerel als ik. Ik herinner mij wel het laatst van de oorlog, als vijf, zesjarig jongetje. Dat ik nogal bang was als de sirene begon te loeien. Op de dijk bij Lemmer stond Duits afweergeschut, bedoeld om overvliegende geallieerde vliegtuigen uit de lucht te schieten. Dan loeide de sirene om de bevolking te waarschuwen. Zo waren de bezetters dan ook wel weer….  Dan kroop ik in de bedstee, dekens over m’n hoofd, vingers in de oren. Om dat angstaanjagende geluid maar niet te hoeven horen. Een held was ik toen zeker niet. Geen verzetsdaad dus.
‘Communistisch Verzet in Friesland 1925 -1945’ van Chris Beuker
ISBN: 9789056154066.

 

Wat ik wel meekreeg van de volwassenen om mij heen – de ‘grutte minsken’ – waren woorden die direct met de oorlog te maken hadden: ‘illegaliteit’, ‘ondergrondse’, ‘collaborateurs’, ‘voedselbonnen’, ‘distributie’ en ook ‘gaarkeuken’. Het is goed dat nu ook het verzet vanuit de communistische hoek meer aandacht krijgt, niet meer weggestopt wordt. Dit terwijl communisten, de CPN, in het verzet een belangrijke rol hebben gespeeld. Het verzet begon voor communisten al ver voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en de bezetting van ons land. Het was het gevecht tegen het fascisme en opkomend fascisme. Al ver voor de oorlog waren communisten en andere anti-fascisten in Duitsland opgepakt en in concentratiekampen gestopt. Al ver voor de oorlog werden de maatregelen tegen de Joden genomen die uiteindelijk tot massavernietiging van de Joden hebben geleid.

Nee, in de koude oorlogsjaren werd de rol van de communisten, nota bene de aanjagers van de Februaristaking 1941, die al vanaf het begin tegen het fascisme streden, van wie de namen, zeker in Den Haag – dat is bekend – door de Haagse politie, op last van de regering, al ver voor de oorlog aan de Hitler-regering waren doorgegeven, gebagatelliseerd of weggelaten. In de koude oorlogstijd ben ik lid van de Communistische Partij (de CPN) geworden. In een tijd waarin alles en iedereen tegen de communisten werd opgezet. Toen was ik zeker dat bange jongetje niet meer.

Als jong ventje zat ik bij de kapper. Daar werd het laatste raadsverslag uit de krant doorgenomen. Men had het ook over de communist in de gemeenteraad. Die deugde dus niet. Maar Jacob de Rook, het communistisch raadslid van voor de oorlog, door de Duitse fascisten opgepakt en in Buchenwald om het leven gekomen, dat was dus wel een goede communist, zo zeiden ze. Geweest, dus….  Wat ik toen dacht, dat ben ik nooit vergeten: voor jullie is een communist pas goed als-ie dood is….

Er zijn ook boeken geschreven, studies verschenen waarin de rol van communisten in het verzet gekleineerd werd. Waarin communisten, die nota bene in groten getale gesneuveld zijn, van oneigenlijke motieven beschuldigd worden. Zo bestaat er ook de literatuur waarin het oorlogsverzet in het algemeen gekleineerd wordt, eigenlijk onbelangrijk wordt genoemd of zelfs contraproductief. Dit denken is nog in de mode: het is niet zwart of wit, het is eigenlijk grijs. Want de meeste mensen gingen in de oorlog hun gangetje. (ja, wat moesten ze anders…). De meeste mensen waren geen collaborateurs, heulden niet met de vijand. Ook in het verzet zaten maar kleine groepjes. Daarom stelde dat alles niet zoveel voor. Dat is dan de boodschap. Maar ik zeg: juist omdat de verzetsmensen maar een klein deel van de hele bevolking uitmaakte, stelde dat verzet nu juist héél véél voor! Het zijn altijd kleine groepen die moedig zijn en daardoor anderen mee op sleeptouw nemen!

Die waren er ook in Friesland. Onder hen waren ook communisten, die zich al ver voor de oorlog tegen het fascisme verzetten. In woord en daad!

Begin jaren tachtig zat ik eens in een politiek forum. Er had pas iets in de krant gestaan over het gemeentebestuur van Maastricht. Dat had een kinderboek uit de openbare bibliotheek verwijderd, omdat er, laat ik maar zeggen, schuttingwoorden in stonden. In het forum zat ook een man die daar schande van sprak. Toen het in het forum over fascisme ging, zei diezelfde man dat je opkomend fascisme niet moest bestrijden. Laat ze maar komen, als ze aan de macht komen dan gaan we wel in het verzet. Dat was dus een held in het diepst van zijn gedachten.

Toen heb ik gezegd: wij communisten willen helemaal niet in het verzet. Wij communisten vechten ervoor om te voorkomen dat wij in het verzet móeten. Geen oorlog alstublieft! En dan zou het verzet om heel wat meer gaan dan om de vrijheid om wat schuttingwoordjes te schrijven in een kinderboek in Maastricht….

Verzet, voor de oorlog, in de oorlog en na de oorlog. Ook nu is er verzet nodig. Verzet tegen de afbraak op sociaal gebied, van alles waarvoor door socialisten, communisten en andere humaan denkende mensen gevochten is. Honderdveertig jaar lang! Vanaf de veen- en andere stakingen, vooral in Friesland. Vanaf Domela Nieuwenhuis tot nu, nu nog maar beperkte groepen écht verzet plegen. Verzet is ook nu nodig! Lef is ook nu nodig! Opdat niet anderen, de verderfzaaiers, met de onvrede aan de haal gaan! Want in vredestijd, zoals nu, zou het niet zo moeilijk moeten zijn een beetje held te zijn. Maar er is nog teveel gelatenheid….

Hopelijk zullen boeken, zoals dat van Chris Beuker, mensen de ogen openen. Als in gevaarlijke omstandigheden mensen boven zichzelf uitstegen, hun leven waagden, dan moet dat inspireren.

Oorlog is verschrikkelijk en moet voorkomen worden. Verzet is geen avonturisme, maar vechten voor idealen en uit liefde voor de mensheid. In strijd tegen tirannie. Niet Duitse mensen waren destijds de vijand, maar de fascisten! Oorlog is pijn, is verdriet, is dood en verderf. Dat komt het best tot uitdrukking in de slotregels van het gedicht ‘Vrede’ van Leo Vroman:

              ‘”Kom vanavond met verhalen
              hoe de oorlog is verdwenen,
              en herhaal ze honderd malen:
              alle malen zal ik wenen.”