Door Rinze Visser – Uit Manifest 1 – 2017
Het is al weer lang geleden. Een jong ventje was ik nog, toen tijdens een afdelingsvergadering van de Communistische Partij Nederland (CPN) de toenmalige plaatselijke voorman van de Partij meende dat het toen afnemende aantal gelovige mensen een positief teken was voor de vooruitgang van het socialisme. In mijn herinnering gaf ik toen, wijsneus die ik was, te kennen dat ik daarvan niet zo direct overtuigd was. Zeker in deze tijd denk ik daar nog wel eens aan terug.
Zeker, steeds minder mensen werden gevoelig voor de beïnvloeding vanaf de kansel, zowel waar het de politieke als de persoonlijke levenssfeer betrof. De grote kerkelijke, vooral sociale invloed van de kerken was toen al tanende. Steeds minder gelovige mensen lieten zich leiden door wat hun voorgangers als hun politieke voorkeur verkondigden. Vooral bij gelovige arbeiders begon door te dringen dat de officiële kerken aan de kant van het kapitaal stonden of, op z’n zachtst gezegd, zich door het kapitaal lieten gebruiken. Vanuit socialistisch perspectief zou men dat als vooruitgang kunnen zien. Ook meer bewustwording van de evolutie, de wetten van de natuur en daarmee van de onhoudbaarheid van een filosofisch-idealistische wereldbeschouwing droegen eraan bij.
Vanwaar toch destijds mijn aarzeling? Was het minder geloof hechten aan het woord van de clerus, het inzien dat men zich niet in het lot op aarde hoefde te schikken omdat de wereld nu eenmaal een ’tranendal’ was vergeleken met het beloofde hemelse paradijs, dan wel een verdienste van de socialistische krachten? Dus ook van het optreden van de Communistische Partij? Daar lagen toen mijn twijfels. En daar niet alleen. Zou die geconstateerde ontwikkeling bijdragen aan de weg naar het socialisme? En nu? De geschetste ontwikkeling heeft zich daarna nog veel verder versterkt. Geconstateerd kan nu wel worden dat deze autonoom heeft plaatsgevonden en niet het resultaat was van versterking van de krachten voor het socialisme.
Wie nu kijkt naar de ontwikkeling in met name de meest ontwikkelde kapitalistische landen – vaak de westerse wereld genoemd -, die ziet een nog verdere afname van het aantal gelovige mensen, althans van kerkgangers. ‘De kerken lopen leeg’, zegt men. Uiteraard geldt dit voor de meeste christelijke kerken. Maar men ziet ook geen toename van het klassenbewustzijn onder de werkende bevolking. Integendeel zelfs: én de kerken lopen leeg én de strijd voor het socialisme is zeer verzwakt. Uit deze ervaring kan worden opgemaakt dat afname van invloed van kerken niet automatisch leidt tot meer klassenbewustzijn en versterking van de socialistische krachten. Het waren vooral de eigen ervaringen waardoor mensen tot hun keuze kwamen.
Om de omwenteling – het terugdringen van de verworvenheden van de arbeidersklasse, van het socialisme(!) – te volbrengen had het kapitaal en de daaraan gelieerde politieke partijen een herstel van de invloed van zijn filosofische ideologie nodig: het individualisme. De individualistische levensopvatting, enkele tientallen jaren verstoord door begrippen als solidariteit en collectiviteit – de mens, vooral de werkende bevolking en een deel van de intellectuelen, was hiervoor ontvankelijker geworden – moest hersteld worden. Minder overheid, meer individu, privatisering. Deze oorlogsaanval op de geesten van de mensen heeft succes gehad. Dit alles heeft het loslaten van sociale verbanden, ook die van christelijke aard, versterkt.
Weg met de betutteling, individuele vrijheid, weg met sociale controle. Ook binnen zich links-noemende partijen kreeg dit de overhand. Het op het eerste gezicht vreemde deed zich voor dat overheden met genoegen waarnamen dat onder het volk de idee dat de overheid geen goed kon doen, toenam. Bureaucratie, centralisme, enzovoort. Was het niet de VVD die destijds met de Veronica-slogan ‘gewoon jezelf kunnen zijn’ de grondslag legde voor herstel van de individualistische levensopvatting? Was het ook niet zo dat toen al ook in linkse kringen de ‘linkse variant’ ervan aan de orde was?
Ook de Communistische Partij Nederland (CPN) werd aangevreten door deze filosofie, een aan de arbeidersklasse en haar belangen vijandige filosofie. In mijn herinnering leeft nog steeds een door het pas opgerichte GroenLinks (waarin ook de CPN was opgenomen) bij een grote vakbondsdemonstratie uitgedeelde folder, waarin opgelegde, verplichte solidariteit (dus: sociale wetgeving!) in de ban werd gedaan en ‘vrijwillige’ solidariteit (dus: liefdadigheid!) werd aanbevolen. Was het ook niet zo dat later de christelijke partijen – hoewel ze pleitbezorgers van de ontmanteling van de sociale wetgeving waren – zeiden zich zorgen te maken over een toenemend individualisme? Want daardoor brokkelden ook steeds verder de sociale verbanden in en om de kerken af. Zij hinkten op twee gedachten. Nu nog trouwens. Aan de ene kant wordt het ‘ik-tijdperk’ gehekeld, waarvan de filosofie nu juist nodig is om de ook door hen nagestreefde asociale ommezwaai voor elkaar te krijgen.
Minder kerkgangers, meer ongelovigen. De mensen geloven het wel, zei een cabaretier eens. Maar dit betekent nog niet meer aanhang voor de filosofisch-materialistische opvatting. Eerder is aan te nemen dat het individualisme – de filosofie van de heersende klassen, van de geldzakken – ook de gelovige sociale verbanden heeft uiteengerukt. En daarmee ook een begrip als naastenliefde, dus solidair zijn met anderen. En tevens het toekomstperspectief van het socialisme heeft aangevreten. Hoort er tegenwoordig nog wel iemand iets over ‘christenen voor het socialisme’?
Hoe werkt nu het individualisme in de praktijk? Een artikel uit een dagblad. Een gemeente (een besluit van de gemeenteraad) heeft de prijs voor een rit invalidenvervoer met 1.- euro verhoogd. Wat maakt, zo zegt een gedupeerde in het artikel, dat zij die verhoging alleen kan betalen als zij minder van het vervoer gebruikmaakt. Zij heeft de gemeente hierover opgebeld, die haar adviseerde bezwaar te maken. En zij roept in de krant iedere gedupeerde op om ook bezwaar te maken.
Dus de dader roept zijn slachtoffer op om te protesteren. Succes verzekerd… En dan liefst alle slachtoffers. Dit kan alleen zijn grondslag hebben in een vergevorderd individualistisch denken. Ieder voor zich protesteren. Niet collectief, wat bij voorbaat tot niets zal leiden. Op dezelfde bladzijde van die krant wordt een generatie vooruitgedacht. Zelfredzaamheid zal doorzetten en minder zekerheid. “Mensen die daar problemen mee hebben, die snakken nog naar vastigheid en ingesleten patronen”, zo staat er.
Met ingesleten patronen wordt uiteraard bedoeld: zekerheid en collectiviteit. Dus een hoera voor het individualisme. Dat zeggen de predikers van het individualisme, de slippendragers van de grote rovers, tegenwoordig ook wel ‘elites’ genoemd. Duidelijk is dat daar met overtuiging wat tegenovergesteld moet worden. Niet over een generatie, maar nú!