Commissie Vrouwenstrijd
De afgelopen eeuwen zijn er enorme stappen vooruit gezet in de emancipatie van vrouwen uit de arbeidersklasse. Deze verworvenheden zijn in eerste instantie te danken aan de strijd van de arbeidersbeweging. De socialistische opbouw in de 20ste eeuw, waarbij vrouwen en minderheden allerlei rechten voor het eerst kregen, heeft de emancipatie van allerlei groepen binnen de arbeidersklasse aanzienlijk bevorderd. Ook objectieve ontwikkelingen in de technologie, economie en maatschappij hebben aanpassingen in de maatschappelijke verhoudingen met zich meegebracht. Echter zijn veel van deze rechten die vrouwen in het socialisme hadden, ondanks de objectieve mogelijkheden die vandaag bestaan, nog steeds onbereikbaar voor vrouwen uit de arbeidersklasse.
Terwijl de burgerlijke politiek toejuicht dat er meer vrouwen aan de top van bedrijven en in de politiek zitten, worden gewone vrouwen uit de arbeidersklasse nog altijd systematisch onderbetaald en hebben ze onzekere flexbanen zonder rechten. Vrouwen worden nog altijd systematisch slechter betaald voor hetzelfde werk, en werk in sectoren waar vooral vrouwen werken wordt relatief slecht betaald.
Bovendien worden vrouwen geconfronteerd met discriminatie wegens zwangerschap of moederschap bij sollicitaties of op het werk. Algemener worden vrouwen vaker geconfronteerd met ongelijke behandeling, seksisme en seksuele intimidatie of grensoverschrijdend gedrag, vaak op de werkvloer maar ook in andere omgevingen. In het algemeen wordt dit soort gedrag door de kapitalist ‘bestreden’ op bureaucratische wijze en met de middelen die zij tot hun beschikking hebben (HR etc.). Op deze manier worden hoogstens de symptomen van het probleem bestreden.
Het afbraakbeleid van de Nederlandse regering de afgelopen jaren heeft ervoor gezorgd dat veel voorzieningen die op kosten van de overheid geleverd werden, nu op de schouders van normale mensen vielen, waaronder vooral vrouwen. Mantelzorg is een belangrijk voorbeeld hiervan, waarbij vrouwen naast hun reguliere baan ook nog voor iemand uit hun gezin moeten zorgen. Dezelfde situatie geldt voor de kinderzorg. Jonge gezinnen moeten nog altijd enorm veel geld betalen voor kinderopvang en zijn veel tijd kwijt aan de zorg die hun kinderen nodig hebben. Zelfs als ze kinderzorg kunnen regelen is er na het werk geen tijd om uit te rusten, omdat de hoge druk op scholieren ervoor zorgt dat de ouders verantwoordelijk zijn om het kind naar allerlei buitenschoolse activiteiten te brengen. Voor veel jonge gezinnen is dit een bijna onmogelijke puzzel, waarbij veel oudere gepensioneerde gezinsleden ook aan moeten bijdragen. Anderzijds leidt de opvoeding van kinderen ook aan het gebrek aan tijd dat veel gezinnen hebben. Doordat vrouwen vaker belast zijn met kinderzorg of mantelzorg werken zij vaker op basis van parttime contracten, waardoor hun inkomen nog harder omlaag gedrukt wordt.
De afgelopen jaren zijn gekenmerkt door de massale herintroductie van het thuiswerken. Dit heeft de situatie voor veel werkende mensen, maar vooral vrouwen, aanzienlijk verslechterd. Thuiswerken wordt in veel gevallen gepresenteerd als een “vrije keuze”, maar in werkelijkheid leidt dit ertoe dat jonge gezinnen (en vooral vrouwen) meer aan het werk gezet kunnen worden zonder dat er ook van kinderzorg is voorzien. In veel gevallen wordt er “met het kind op de schoot” gewerkt. In het algemeen is er sprake van zwaar verhoogde werkdruk (direct of indirect) die in de corona periode en daarna snel verder is gestegen. Voor veel vrouwen leidt dit tot een burn-out of andere dergelijke klachten.
De objectieve omstandigheden waarin vrouwen leven en de situaties die ze tegenkomen, maar ook hun specifieke behoeften worden totaal ontkent om de graad van uitbuiting van vrouwen te ontkennen. Zo is bijvoorbeeld onder het mom van “gelijkheid” de pensioenleeftijd voor vrouwen gelijk getrokken aan die van mannen en is een van de hoogste in de wereld geworden. Onder het mom van “gelijkheid” moeten vrouwen tegelijkertijd werken, maar ook het merendeel van de kinderzorg en mantelzorg doen; waarvoor ze niet betaald worden en geen pensioen opbouwen. Hierdoor zijn vrouwen vaker afhankelijk van hun partner, waardoor ze vaker in relaties moeten blijven om puur financiële redenen. In sommige gevallen zijn ze zelfs geforceerd om mishandeling en intimidatie te accepteren van hun partner.
Mede door alle bovenstaande redenen komt het vaker voor dat vrouwen in armoede leven. De specifieke behoeftes van vrouwen worden steeds ontkent en vallen allemaal op de schouders van het individu. Hierdoor komt ook de gezondheid van veel vrouwen in gevaar. Menstruatiearmoede (het onvermogen om menstruatieproducten of andere goederen die specifieke behoeftes van het vrouwelijke lichaam dekken te kopen) komt bijvoorbeeld steeds vaker voor. De gezondheidszorg wordt steeds ontoegankelijker en duurder, waardoor vrouwen vaak minder vaak naar de gynaecoloog kunnen gaan. Er ontstaan gevaarlijke en onwetenschappelijke ideeën rondom bijvoorbeeld anticonceptie, die hand in hand gaan met het feit dat anticonceptie een waar is geworden waar vrouwen zelf voor moeten betalen.
De armoede, de slechte huisvesting, hoge werkdruk, het gebrek aan voorzieningen zoals kinderzorg, aanvullend pensioen voor moeders etc., het gebrek aan voldoende en volwaardige gezondheidszorg die aansluit op de concrete behoeftes van vrouwen, leiden ertoe dat het recht op moederschap steeds meer verwaterd en een puur individueel recht blijft, en niet een maatschappelijk recht. Veel vrouwen moeten vaak kiezen tussen het opbouwen van een carrière, waarbij ze zich kunnen richten op werk dat hen een bepaalde mate van voldoening en financiële onafhankelijkheid geeft; en het krijgen van kinderen. Dit leidt ook tot bredere maatschappelijke problemen zoals het aanhoudende geboortetekort.
Als gevolg van de stijgende armoede zijn steeds meer vrouwen werkzaam in de prostitutie. Ze ervaren daar afschuwelijke omstandigheden en krijgen vaak te maken met geweld, drugsverslaving of andere psychologische problemen. Onder het mom van vrije keuze wordt het werk in de prostitutie gepromoot onder jonge studentes als “creatieve” manier om hun studielasten te betalen. Ook zijn er plannen voor diverse “erotische centra” die als doel hebben om de uitbreiding van de prostitutie te ondersteunen en het ondernemingsklimaat in die sector te verbeteren en deze te legitimeren. Dit allemaal wordt gedaan onder het mom van de opportunistische ideologie van de “schadevermindering” en “individuele rechten”, maar in werkelijkheid is dit een dekmantel voor de verdere uitbuiting van vrouwen en heeft dit niks te maken met het verbeteren van de erbarmelijke omstandigheden waarin veel prostituees leven.
Diverse opportunistische partijen, politieke organisaties en NGO’s promoten burgerlijke ideeën in het kader van het feminisme. In werkelijkheid zijn deze ideeën niks meer dan een progressief omhulsel over de plannen die de regering en de EU zelf promoten, namelijk het benutten van “onbenut arbeidspotentieel”, in andere woorden de zwaardere uitbuiting van vrouwen en minderheden door ze meer uren de arbeidsmarkt in te zetten, en de weinige voorzieningen die hiervoor bestonden uiteindelijk weg te bezuinigen. Doordat de sociale beweging zeer hard meegaat met opportunistische en reformistische politiek is deze zwaar afgezwakt en marginaal. Het is belangrijk dat hier niet in meegegaan wordt, ook niet onder het mom van het “kleinste kwaad”, maar dat deze politiek ontmaskert wordt. Alleen een klassenbewuste beweging kan echte maatschappelijke rechten voor vrouwen realiseren.
Er is ook een reactionaire tendens merkbaar in de burgerlijke politiek, waarbij openlijk reactionaire partijen hun drek vrijuit en openlijk uitspreken. Deze reactionaire tendens reflecteert ook tegenstellingen binnen de burgerij, bijvoorbeeld over het onderwerp van abortus. Het recht op abortus, dat tot nu toe een zeer beperkt individueel recht was en niet een maatschappelijk recht, wordt verder in twijfel gesteld door delen van de burgerij (vaak met een religieuze ideologische achtergrond) die dit recht willen beëindigen, of in ieder geval de mogelijkheid op abortus verder willen beperken om op die manier de productie van nieuwe arbeidskracht in de Nederlandse economie te bevorderen.
Deze reactionaire tendens heeft ook invloed op de arbeidersklasse. Het opportunisme wekt onder de arbeidersklasse cynisme op en zwakt het klassenbewustzijn verder af. Tegelijkertijd promoten reactionaire partijen hun ideeën ook openlijk. Dit leidt tot een opleving van reactionaire ideeën onder de arbeidersklasse. Langzamerhand wordt het makkelijker om (linksom of rechtsom) verworvenheden van de arbeidersklasse verder af te brokkelen.
Voor communisten is het van belang om beleid van de burgerij op dit vlak te ontmaskeren en op elke werkplek of leerinstelling eisen te formuleren voor het welzijn en de verdediging van vrouwen. Op deze manier kunnen communisten nog meer tegenstellingen ontmaskeren, nog meer aspecten van de uitbuiting van het kapitaal onthullen, en de arbeidersklasse op nog meer punten verenigen en mensen aan laten sluiten bij de strijd. Het is van groot belang dat er relevante eisen voor maatschappelijke rechten worden geformuleerd, dat de arbeidersbeweging de problemen van vrouwen als haar eigen problemen gaat zien, en dat burgerlijke ideologie wordt ontmaskerd. Alleen de arbeidersklasse zelf kan deze eisen waarmaken en hoeft niks te verwachten van de grote monopolies, hun organen op de werkplek en hun regering.