Dertig jaar NCPN (1992-2022): Gewapend met lessen uit het verleden, strijden voor de toekomst

14 november 2022

Partijbestuur NCPN

Onlangs vierde de NCPN haar 30-jarig bestaan. Na aanleiding van deze belangrijke dag publiceerde het partijbestuur van de NCPN een beknopte kijk op de geschiedenis van de partij en de communistische beweging in Nederland. Deze publiceren we hieronder en is ook hier te vinden als PDF.

1. Inleiding

Dertig jaar geleden, op 14 november 1992, vond de oprichting plaats van de Nieuwe Communistische Partij van Nederland (NCPN). De NCPN is opgericht als de communistische partij van Nederland. De partij die, als voorhoede van de arbeidersklasse, de werkende mensen organiseert in de strijd voor de omverwerping van het kapitalisme en de opbouw van het socialisme. De NCPN baseert zich daarbij op de wetenschappelijke en revolutionaire theorie van het communisme. De grondleggers daarvan zijn Karl Marx en Friedrich Engels, die in 1848 het Manifest van de Communistische Partij publiceerden, als het eerste partijprogramma van een communistische partij, namelijk de internationaal georganiseerde Bond der Communisten. De theorie is vervolgens verder uitgewerkt door Lenin in de periode van het imperialisme, oftewel de periode van het monopoliekapitalisme.

Onze partij werd opgericht tijdens een periode van diepe crisis in de Nederlandse en internationale communistische beweging. Maar ondanks onze beperkte krachten, zijn wij communisten nooit afwezig geweest in de strijd, en hebben we talloze acties gevoerd en gesteund: voor de inkomens en rechten van de werkende klasse, tegen afbraakbeleid, voor vrede en internationale solidariteit, voor emancipatie van achtergestelde groepen, voor de rechten van jongeren, voor de bescherming van het milieu, voor een betere maatschappij. Met onze strijd, dag in dag uit, dragen we bij aan de hergroepering van de Nederlandse arbeidersbeweging en de opbouw van de communistische partij van Nederland, de NCPN. Dit zien we terug in de huidige kwantitatieve en kwalitatieve groei van de partij.

Het kapitalisme loopt steeds meer tegen zijn grenzen aan. Wereldwijd wordt de arbeidersklasse steeds meer geconfronteerd met armoede, uitbuiting en oorlog. Terwijl de ontwikkeling van de technologie en wetenschap mogelijkheden biedt voor mensen om beter te leven, om te voorzien in meer behoeftes en om meer vrije tijd te hebben, zien we dat de mensen uit de arbeidersklasse steeds meer moeten inleveren. Wij werken steeds langer en werken steeds harder, terwijl wij met minder moeten rondkomen. Een kleine groep kapitalisten, de eigenaren van de grote monopolies, wordt rijker en rijker over de rug van de arbeidersklasse die met haar arbeid alle welvaart voortbrengt. Voor de belangen van de monopolies, die onderling concurreren over markten, grondstoffen, transportroutes en invloedsferen, worden mensen tegen elkaar opgezet in bloedige imperialistische interventies en oorlogen, zoals nu in Oekraïne. Het wordt voor steeds meer mensen duidelijk dat het kapitalistische systeem geen perspectief kan bieden. De strijd voor een andere maatschappij is broodnodig.

Kennis van de geschiedenis van onze partij en van de arbeidersbeweging is een belangrijk wapen in de strijd. De strijd tegen de achteruitgang en het afbraakbeleid van de achtereenvolgende Nederlandse regeringen en de Europese Unie, en in het verlengde daarvan de strijd voor het omverwerpen van het kapitalisme en het opbouwen van een betere maatschappij. Daarom benadrukken de besluiten en resoluties van het 7e Congres van de NCPN het belang van de studie van de geschiedenis van de Nederlandse en internationale arbeidersbeweging in het algemeen, de communistische beweging in het bijzonder. Met de lessen uit het verleden, kunnen we beter de strijd aangaan voor een toekomst zonder armoede, oorlog, discriminatie en uitbuiting; voor het socialisme.

Dit stuk van het Partijbestuur van de NCPN geeft een zeer beknopt overzicht van onze geschiedenis. Het stuk behandelt de hele geschiedenis van de Nederlandse communistische beweging, want de dertigjarige geschiedenis van de NCPN kan niet losgezien worden van de geschiedenis van haar voorgangers. Vanzelfsprekend is het stuk onvolledig. Het benoemt slechts enkele mijlpalen en bepaalde lessen die we uit die geschiedenis kunnen trekken voor onze strijd vandaag. Het doel is enerzijds om vooral de jongere generaties bekend te maken met onze geschiedenis en bepaalde lessen die we daaruit kunnen trekken. Maar anderzijds dient het stuk vooral ook als aanknopingspunt voor verdere studie. Dit is dus zeker niet een ‘definitieve’ beoordeling van de geschiedenis, maar slechts een beginpunt om onze geschiedenis uitvoeriger te bestuderen.

In dat kader levert de partij inspanningen om onze geschiedenis te onderzoeken, o.a. door het houden van interviews met oudere kameraden en het schrijven van artikelen. Dit werk zullen we komende tijd voortzetten. Alle mensen die kennis of ervaringen hebben uit de CPN, HOC, VCN of NCPN roepen we op die te delen met de partij. Samen met Communistische Jongerenbeweging van Nederland (CJB) zetten we ook de studie voort naar de geschiedenis van de CJB en haar voorlopers.

2. Voorgeschiedenis en ontstaan van de CPN

De voorgeschiedenis van onze partij reikt tot ver in het verleden. De NCPN komt voort uit de geschiedenis en traditie van de revolutionaire arbeidersbeweging in Nederland. In die traditie staat de Nederlandse afdeling van de Bond der Communisten. En de Nederlandse afdeling van de Internationale Arbeiders Associatie (ook wel Eerste Internationale) die in 1869 werd opgericht na de staking van de scheepstimmerlieden in Amsterdam. De Sociaal-Democratische Vereniging die in 1878 werd opgericht. De Sociaal-Democratische Bond (SDB) die in 1881 werd opgericht als de eerste Nederlandse politieke partij van de arbeidersklasse, die zich het socialisme ten doel stelde. De Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) in 1894, waarbinnen de marxistische vleugel zich vanaf 1907 organiseerde rond het weekblad De Tribune. In 1909 werden de Tribunisten geroyeerd door de reformistische vleugel en werd de Sociaal-Democratische Partij (SDP) opgericht.

In 1917 vond in Rusland de Grote Socialistische Oktoberrevolutie plaats. Daar wist de arbeidersklasse onder leiding van de bolsjewieken de macht over te nemen en begon men met de opbouw van een andere maatschappij, zonder uitbuiting van de ene mens door de andere. De Oktoberrevolutie gaf een enorme impuls aan de ontwikkeling van de revolutionaire arbeidersbeweging wereldwijd. In navolging van deze ontwikkeling hernoemde de SDP zich tot Communistische Partij Holland (CPH) en later tot Communistische Partij van Nederland (CPN). In 1919 trad de CPH toe tot de Communistische Internationale (ook wel Derde Internationale of Komintern).

Dit gedeelte van onze voorgeschiedenis tot aan de vorming van de CPN, is een historisch proces waarin de arbeidersbeweging zich ontwikkelt en volwassen wordt. Een proces waarin de arbeidersbeweging eind 19e en begin 20ste eeuw diverse anarchistische en andere links-radicalistische tendensen die de beweging verzwakten, overwint. Een proces waarin begin 20ste eeuw een splitsing plaatsvindt tussen de communistische beweging en de reformistische sociaaldemocratie. De sociaaldemocratie die keer op keer de werkende mensen verraadt, door maatregelen te steunen die de rechten en inkomens van de werkers schaden en door imperialistische interventies en oorlogen te steunen. Een splitsing die noodzakelijk was aangezien de ontwikkeling van het imperialisme een constante voedingsbodem bood en biedt voor het reformisme binnen de arbeidersbeweging.

De rode lijn in deze geschiedenis en traditie waar de NCPN uit voortkomt, is de onvermoeibare strijd tegen onrecht en voor een betere wereld. Vanaf het begin af aan, heeft de Nederlandse communistische beweging gestreden voor de rechten en inkomens van de arbeidersklasse in Nederland, maar ook voor onafhankelijkheid van de koloniën, voor gelijkheid van vrouwen en minderheden, voor algemeen kiesrecht en democratische rechten, voor gratis onderwijs etc.

3. Communisten in de jaren ’20 en ’30

In de jaren ’20 en ’30 liep de CPN voorop in de strijd van de arbeidersbeweging. De politiek-ideologische eenheid van de CPN werd versterkt en de partij maakte een massale groei mee. In die tijd speelde de partij een onmisbare rol in de strijd van de arbeidersbeweging tegen de gevolgen van de zware kapitalistische economische crisis van de jaren ’30.

In aanloop naar de Tweede Wereldoorlog streed de CPN tegen het opkomende fascisme en de aankomende imperialistische oorlog, voor vrede en internationale solidariteit. Zo hielpen de Nederlandse communisten vanaf 1933 met het opzetten van vluchtroutes uit Duitsland voor leden van de Communistische Partij van Duitsland (KPD) en anderen, die moesten vluchten voor vervolging door het fascistische regime. Dit gebeurde in het kader van de Internationale Rode Hulp die door de Komintern was opgezet. Ook namen honderden Nederlandse communisten vanaf 1936 deel aan de Internationale Brigades die de Komintern organiseerde om de progressieve krachten te helpen in de antifascistische strijd gedurende de Spaanse Burgeroorlog.

4. Het communistisch verzet

Bij de Duitse inval vluchtte de Nederlandse regering naar Londen. Via de koningin werden de bevolking en de lokale overheden door de regering opgeroepen om mee te werken aan “het bewaren van orde en rust”. Dit terwijl de fascistische bezetter de bevolking zwaar onderdrukte en hele bevolkingsgroepen werden vervolgd.

De CPN daarentegen, besloot al op de dag van de capitulatie direct over te gaan tot werken in de illegaliteit. De partij had zich daar al op voorbereid. De partij speelde een vooraanstaande rol in het verzet. Met de verspreiding van de illegale partijkrant De Waarheid, om de bevolking te informeren, hoop te geven en te organiseren in het verzet. Met het helpen van onderduikers. Met sabotageactiviteiten en liquidaties van voor het verzet gevaarlijke collaborateurs en nazi’s, want juist de communisten waren in het verzet veel betrokken bij de gevaarlijkste activiteiten zoals deze. Maar zelfs ook met het organiseren van stakingen en openlijke protestacties. Zo was de CPN de drijvende kracht achter de Februaristaking in 1941, de massale verzetsactie van de Nederlandse arbeiders in solidariteit met de vervolgde Joden en mensen van Joodse afkomst, maar ook in verzet tegen de repressie en afbraakmaatregelen van de nazi-bezetter.

De nazi’s haalden alles uit de kast om de communisten te vervolgen, en werden daarbij geholpen door de Nederlandse regering en de geheime dienst, die de informatie die zij over de CPN had verzameld had klaargelegd voor de bezetter. Duizenden CPN’ers werden geëxecuteerd en offerden zo hun leven op in deze strijd tegen het fascisme, voor vrijheid en socialisme.

5. CPN na de oorlog

Na de oorlog had de CPN veel aanzien onder de bevolking. De Waarheid was enige tijd zelfs de grootste krant. Dit had zij deels te danken aan haar heldhaftige rol in het verzet, maar vooral aan haar politieke karakter als partij die de mensen organiseerde in de strijd voor het socialisme. Veel mensen sloten zich bij de partij aan. Tegelijkertijd was de partij in veel opzichten ook enorm verzwakt. Geschat wordt dat ruim twee derde van het vooroorlogse kader is vermoord in de strijd tegen de fascistische bezetter. Terwijl de CPN veel geschoold en ervaren kader kwijt was, was er een toestroom van nieuwe mensen, waardoor het ideologische en politieke niveau van de partij verzwakt was. Bovendien was er toestroom van mensen uit de middenlagen, waardoor ook de samenstelling van de partij veranderde.

Direct na de oorlog werd de CPN geconfronteerd met een poging van binnenuit om de partij te liquideren en op te laten gaan in een ‘bredere’ organisatie. Deze opportunistische aanval werd afgeslagen. De CPN bleef een communistische partij, hergroepeerde zich en wist in de naoorlogse periode als voorhoede een belangrijke rol te spelen in de ontwikkeling van de klassenstrijd.

In de eerste naoorlogse decennia speelde de klassengeoriënteerde Eenheids Vakcentrale (EVC), die was aangesloten bij het Wereldvakverbond (WVV), een belangrijke rol in de klassenstrijd. De arbeidersklasse wist met haar strijd aanzienlijke rechten en verbeteringen van het levenspeil af te dwingen.

De CPN hechtte daarbij altijd veel belang aan de strijd voor emancipatie van vrouwen uit de werkende klasse. De klassengeoriënteerde Nederlandse Vrouwenbeweging (NVB) speelde een belangrijke rol in deze strijd. De CPN streed bovendien voor emancipatie van minderheden, tegen discriminatie op basis van afkomst, huidskleur, religie, geslacht, seksuele oriëntatie of andere gronden.

6. Strijd tegen kolonialisme en imperialisme

Terwijl alle andere partijen het Nederlandse kolonialisme steunden, organiseerde de CPN het verzet van de Nederlandse arbeidersklasse tegen de koloniale politiek van de burgerlijke regering. Zo ook tegen de imperialistische militaire interventie in Indonesië vanaf 1945. Zij riep de arbeidersklasse op te weigeren in dienst te gaan, organiseerde stakingen en massale demonstraties tegen de uitzending en de zogenaamde “politionele actie”. Weigeraars hing een lange gevangenisstraf boven het hoofd en bij de protesten werd met scherp geschoten op demonstranten. Tegelijkertijd zorgde de CPN er ook voor dat bepaalde kaders wel werden uitgezonden, zodat zij onder de soldaten politiek werk konden verrichten tegen de koloniale oorlog, en sommige soldaten liepen over naar de Indonesische kant.

Ook in de decennia daarna nam de CPN altijd het voortouw in de strijd tegen imperialisme. Communisten organiseerden talloze solidariteitsacties voor volkeren die leden onder kolonialisme, bezetting, economische blokkade of onder fascistische of apartheidsregimes. De CPN organiseerde de strijd tegen imperialistische oorlogen en interventies, en tegen imperialistische verbonden zoals de NAVO.

7. Opkomst van het eurocommunisme

In de naoorlogse periode werd de internationale communistische beweging geconfronteerd met de opkomst van het eurocommunisme. Het betrof een opportunistische en reformistische stroming, die als resultaat had dat communistische partijen bondgenootschappen aangingen met sociaaldemocratische en andere burgerlijke partijen, waarbij ze (streefden naar) deelname(n) aan burgerlijke regeringen. Feitelijk was het eurocommunisme een herleving van de oude sociaaldemocratische opvatting dat het mogelijk is met het kapitalisme af te rekenen via hervormingen, zonder revolutionaire omverwerping van het kapitalistische eigendom en de burgerlijke staat. Het leidde ertoe dat partijen ophielden revolutionaire partijen te zijn en werden omgevormd tot sociaaldemocratische partijen, opgeheven of gemarginaliseerd.

De oorzaken van de verschijning van deze reformistische stroming in de internationale communistische beweging hebben o.a. te maken met eerdergenoemde factoren, zoals het enorme verlies van geschoold en ervaren kader gedurende de Tweede Wereldoorlog en de verandering in de samenstelling van communistische partijen. Maar ook algemener met de complexe maatschappelijke en economische ontwikkelingen in de naoorlogse periode. Ook ontwikkelingen in de strategie van communistische partijen (ook al voor en tijdens de oorlog) spelen hierin een rol, evenals zwaktes in het ideologisch werk, zoals het onvermogen van de van de CPN om na de jaren ’60 systematisch alle leden te voorzien van scholing in de marxistisch-leninistische theorie. Ontwikkelingen in de socialistische landen hadden ook invloed, zoals de besluiten van het 20ste Congres van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie waarin de parlementaire weg naar het socialisme werd omarmd. Nader onderzoek is zeker nodig om een concreter beeld te krijgen van de oorzaken van de opkomst van het eurocommunisme.

Hoewel bepaalde elementen van deze reformistische stroming invloed hadden op de naoorlogse strategie van de CPN, wist de partij zich in de jaren ’50 en ’60 te verzetten tegen deze trend. Dit ging niet zonder slag of stoot. Een vroege uitdrukking van de opkomst van deze reformistische tendens en de strijd daartegen vinden we eind jaren ’50, in een periode van hevige repressie en anticommunistische aanvallen op de CPN. In die periode ontstond een rechts-opportunistische groep binnen de partij. Daartoe behoorden ook leden van het Partijbestuur, de Tweede Kamerfractie en het EVC-bestuur. Het politieke conflict betrof in eerste instantie de verhouding tussen de partij en massaorganisaties, in het bijzonder de EVC, evenals het democratisch centralisme als organisatieprincipe van de partij. Daaraan ten grondslag lagen diepere politiek-ideologische verschillen. Dit leidde uiteindelijk tot een scheuring. De opportunistische groep richtte eerst een eigen partij op (de zogenaamde Socialistische Werkers partij, SWP) en ging later op in een sociaaldemocratische partij (de Pacifistisch Socialistische Partij, PSP). Naar later bleek, speelde de Binnenlandse Veiligheidsdienst een belangrijke rol in het opblazen van de interne spanningen eind jaren ’50 en het opzetten van de SWP. Via de steun aan het opportunisme probeerde de bourgeoisie de slagkracht van de communistische partij in ons land te verzwakken.

Het lukte de partij in de jaren ’50 en ’60 dus om zulke aanvallen van binnenuit, af te slaan. In de loop van de jaren ’70 nam de invloed van het eurocommunisme echter sterk toe. Op het 26e Congres in januari 1978 werd besloten een nieuw partijprogramma te vormen. De partijleiding, waarin de reformistische trend aan invloed had gewonnen, gebruikte dit als startschot om de beginselen van de partij ter discussie te stellen. Een ontwerpprogramma op een eurocommunistische lijn was klaar in 1981. Het marxisme-leninisme werd daarin afgedaan als ‘star’ en ‘dogmatisch’, terwijl het democratisch centralisme werd afgewezen om de ‘pluraliteit’ te omarmen.

In het kader van die ‘pluraliteit’ werden allerlei zogenaamde ‘horizontale overleggen’ opgericht, die specifieke groepen binnen de partij verenigden, zoals mensen met interesse voor vrouwenemancipatie, milieu etc. Deze functioneerden niet als commissies die handelen volgens collectief genomen besluiten en onder leiding van het Partijbestuur, maar als horizontale, niet verkozen organen die autonoom handelden.

De ‘vernieuwers’, zoals de reformisten zich noemden, stuurden zo aan op de geleidelijke opheffing van het democratisch centralisme en het marxisme-leninisme. In wezen waren het dus ‘vernielers’ die de CPN als communistische partij wilden opheffen.

8. De liquidatie van de CPN en de strijd van het HOC en VCN

Nadat het democratisch centralisme door de vernielers met hun horizontale werkwijze was afgebroken, vormden de communisten in de CPN in 1982 het Horizontaal Overleg Communisten (HOC), om zich te verzetten tegen de georganiseerde poging van de meerderheid in de partijleiding om de partij om te vormen. Het HOC werkte binnen de CPN en gaf onder andere de krant Manifest uit, waarmee het partijgenoten waarschuwde voor de koers die de partij volgde. Overigens bestond er ook binnen het HOC grote politiek-ideologische verdeeldheid. Algemener werd deze periode gekenmerkt door grote verdeeldheid in de communistische beweging, die gevoed werd door reformistische krachten, overheden (o.a. via de geheime diensten) en de pers.

Op een buitengewoon Congres in drie weekenden van februari 1984 speelde zich een hevige interne strijd af, waarna het nieuwe reformistische partijprogramma werd vastgelegd. De CPN nam daarmee formeel afstand van het marxisme-leninisme. De partij hield in wezen op een communistische partij te zijn. Zij oriënteerde zich steeds meer op intensieve samenwerking met andere, opportunistische partijen. Het werd duidelijk dat er werd aangestuurd op de liquidatie van de partij om deze op te laten gaan in een zogenaamd ‘bredere’, in wezen sociaaldemocratische, partij. Tijdens dat Congres werd door een deel van het HOC op 25 februari het Verbond van Communisten in Nederland (VCN) opgericht, dat op 2-3 november 1985 formeel een aparte politieke partij werd.

In 1986 verloor de CPN haar zetels in het parlement. Vanuit de partijleiding van de CPN werd actief geageerd dat een communistische partij niet meer nodig zou zijn, dat de CPN op moest gaan in een zogenaamd ‘bredere’ partij. In 1990 werd de bestaande parlementaire en buitenparlementaire samenwerking met burgerlijke, ‘progressieve’ partijen geformaliseerd door de oprichting van de partij GroenLinks. Op 15 juni 1991 werd de CPN ontbonden. Veel leden volgden het besluit om zich aan te sluiten bij GroenLinks. Anderen sloten zich aan bij de SP. Maar er waren ook regionale groepen CPN’ers, die het oneens waren met de ontbinding van de partij en die zich niet aan wilden sluiten bij partijen als GroenLinks of SP, die in wezen een sociaaldemocratisch karakter hadden. De opheffing van de CPN maakte het juridisch echter onmogelijk om die partij nog voort te zetten en het werd deze groepen verboden de naam CPN nog te gebruiken.

9. Oprichting NCPN en ideologische strijd eerste jaren

Op initiatief van het VCN werden de mensen die het belang van een communistische partij inzagen op 14 november 1992 herenigd door de oprichting van de NCPN. Daarbij betrokken waren het VCN, met HOC en Manifest, de groepen oud-CPN’ers uit Groningen en Brabant, en andere individuen. De NCPN was in wezen een doorstart van de CPN, maar wel weer als communistische partij. Manifest werd de krant van de NCPN.

De partij werd formeel opgericht met de naam ‘Nieuwe Communistische Partij-NCPN’, omdat het gebruik van de naam Communistische Partij van Nederland, wat de NCPN is, indertijd juridisch onmogelijk werd gemaakt.

De NCPN werd opgericht in een periode van grote verwarring. In een reeks landen waarin het socialisme was opgebouwd, voltrokken zich de contrarevoluties. De politiek-ideologische eenheid in de NCPN was nog erg zwak. Er werd een grote ideologische strijd geleverd om de NCPN op te bouwen op de grondslag van het marxisme-leninisme. Voor een deel van de partij had de term ‘Nieuw’ in de naam van de NCPN ook politieke betekenis.

Al kort na het 1ste Congres werden aanvallen op het marxisme-leninisme ingezet. Ook toen speelde het samenstellen van groepen, buiten de partijleiding om, een kwalijke rol. Ook Manifest was onderwerp van een richtingenstrijd. Rond de redactie van Manifest had zich indertijd een reformistische en partij-vijandige groep verzameld, die zich oriënteerde op eurocommunistische partijen. Eind 1994 legde de redactie het werk voor Manifest neer, waardoor het voortbestaan van Manifest en daardoor ook van de partij op het spel stond. Een noodredactie bleef Manifest uitgeven. Niet lang daarna werd het voortbestaan van de partij op het spel gezet door een groep links-radicalen. Het Congres van 1996 herstelde de situatie in de partij en stabiliseerde de voortgang van Manifest.

Manifest biedt al die jaren een communistische visie op de ontwikkelingen in de wereld, in Nederland en in de arbeidersbeweging. Dit in contrast met de burgerlijke media. Manifest was en is daarom onmisbaar voor de leden en sympathisanten van de partij en voor de Nederlandse arbeidersklasse.

Een belangrijke stap was het 3e Congres in 1999. Daarin werd het eerste hoofdstuk voor een partijprogramma vastgelegd, met de titel: ‘de ideologische grondslag, beginselen en uitgangspunten van de Nieuwe Communistische Partij-NCPN’. Ondanks allerlei zwaktes en ondanks dat het indertijd niet lukte om het proces van het vormen van een partijprogramma af te ronden, is het van het groot belang dat onze partij erin slaagde om de partij in de eerste jaren na de oprichting in een moeilijke periode te funderen op basis van het marxisme-leninisme.

10. NCPN en de internationale communistische beweging

Van groot belang in de heropbouw van de partij was dat zij betrokken bleef bij de internationale communistische beweging. Onze partij onderhield contacten met zusterorganisaties en was aanwezig bij internationale bijeenkomsten van communistische partijen en bij evenementen van zusterorganisaties. Dat was onmisbaar om inzicht te krijgen in de crisis waarin de arbeidersbeweging zich internationaal bevond en welke stappen kunnen helpen om daaruit te komen. Ze hielpen ons om op basis van het marxisme-leninisme de complexe actuele ontwikkelingen in de wereld te begrijpen.

In 2006 nam de NCPN het initiatief voor de organisatie van een internationale conferentie samen met zusterorganisaties uit België, Duitsland en Luxemburg. Deze internationale conferenties worden sindsdien jaarlijks gehouden. Ze hebben onze partij geholpen om inzicht te krijgen in allerlei vraagstukken, door kennis en strijdervaringen uit te wisselen met kameraden uit omliggende landen. In 2015 werd de conferentie in Groningen gecombineerd met een demonstratie. Het werd de eerste massale communistische demonstratie in lange tijd, met aanwezigheid van communisten uit een reeks landen.

De NCPN heeft in haar dertigjarige bestaan talloze solidariteitsacties georganiseerd en gesteund. Voor solidariteit met volkeren die lijden onder imperialistische interventies en oorlogen. Waaronder talloze solidariteitsacties voor Cuba, dat al decennia geconfronteerd wordt met de misdadige blokkade van de VS. Maar ook protestacties tegen de vervolging van communisten in andere landen.

11. Heroprichting CJB

In 2003 nam de partij het initiatief voor de tweede heroprichting van de CJB als Communistische Jongerenbeweging van Nederland. De CJB staat in de traditie van De Zaaier, die later Communistische Jeugdbond (CJB) zou heten (1901-1938), de georganiseerde jongeren van het communistisch verzet (1940-1945), het Algemeen Nederlands Jeugdverbond (ANJV) in de decennia na de Tweede Wereldoorlog en de Communistische Jeugdbond (CJB) die in de jaren ’80 werd heropgericht door het VCN.

De oprichting van de Communistische Jongerenbeweging was een belangrijk besluit. De CJB heeft talloze acties georganiseerd en gesteund voor de rechten en belangen van de jonge werkers, studenten en scholieren uit de arbeidersklasse. Vele tientallen jongeren zijn via de CJB in aanraking gekomen met de revolutionaire theorie. De CJB draagt zo bij aan de vorming van nieuwe generaties communisten. De partij heeft de ontwikkeling van de CJB ondersteund en prioriteit gegeven. Dat heeft bijgedragen aan de groei van de CJB, die op haar beurt weer een significante bijdrage levert aan de versterking van de partij.

12. Hergroepering arbeidersbeweging en partij

Ondanks onze beperkte krachten zijn we nooit afwezig geweest in de strijd. De partij steunde in de afgelopen dertig jaar talloze acties van vakbonden en actiecomités tegen afbraakbeleid en voor de rechten en inkomens van de werkende klasse. Als communisten zijn we altijd betrokken geweest bij acties tegen discriminatie van vrouwen en minderheden, evenals acties voor de bescherming van het milieu. Raadsleden van de NCPN hebben zich in al die dertig jaar onvermoeibaar ingezet om op te komen voor de rechten en de belangen van de mensen uit de arbeidersklasse.

De versterking van de arbeidersbeweging is van het grootste belang in deze wereld waarin de tegenstellingen almaar toenemen. Deze opgave is dialectisch verbonden met de opbouw van de communistische partij. Een mijlpaal in de partijopbouw is het recente 7e Congres dat in mei dit jaar plaatsvond. In aanloop naar dat Congres zijn belangrijke stappen gezet in de hergroepering van onze partij, met activering van afdelingen en verbetering van het functioneren van leidinggevende organen. Het Congres zette belangrijke stappen in de versterking van de politiek-ideologische eenheid van de partij via de discussie over en vaststelling van de Congresbesluiten. In de uitgebreide Congresstukken wordt de actuele situatie in de wereld, in Nederland en in de arbeidersbeweging geanalyseerd en worden de taken voor de partij geformuleerd.

13. Lessen uit het verleden

De geschiedenis van de internationale en Nederlandse arbeidersbeweging en communistische beweging, biedt waardevolle lessen voor de strijd van vandaag. Zo toont de geschiedenis:

  • De onmisbare rol van de communistische partij in de strijd tegen de achteruitgang en het afbraakbeleid, voor een betere maatschappij. Want alleen de communisten kunnen de strijd voor de belangen van de werkende klasse consequent voeren, omdat ze strijden voor de omverwerping van het kapitalisme, voor de opbouw van het socialisme.
  • Het belang van een communistische partij die geworteld is in de arbeidersklasse, in het bijzonder op de werkplekken, maar ook in buurten, op onderwijsinstellingen en verenigingen. Dat moet zich ook reflecteren in de samenstelling van de partij.
  • Dat de ontwikkeling van de arbeidersbeweging in Nederland verbonden is met de internationale ontwikkelingen. De NCPN maakt onlosmakelijk onderdeel uit van de internationale communistische beweging. De versterking van de NCPN gaat hand in hand met het versterken van onze internationale activiteit.
  • Dat de strijd tegen het kapitalisme onlosmakelijk verbonden is met de strijd tegen het opportunisme van elke soort (van links-radicalisme tot reformisme). Want de opportunistische stromingen zijn een uitdrukking van de invloed van de kapitalistenklasse en de kleinburgerij in de arbeidersbeweging en de communistische beweging.
  • Het belang van ideologisch werk, van studie en scholing, om de ontwikkelingen op de juiste wijze te begrijpen, de juiste strategie en tactiek te ontwikkelen in de klassenstrijd en het opportunisme te bestrijden.
  • Het belang van de partijkrant Manifest, om de ontwikkelingen in de wereld te begrijpen en de strijd collectief te organiseren.

14. Strijd voor een betere toekomst

De NCPN zet de strijd voor het socialisme voort. We strijden voor een wereld die verlost is van armoede, discriminatie, oorlog, complete aantasting van het milieu en uitbuiting. We strijden voor een maatschappij waarin de productiemiddelen in handen zijn van de hele bevolking. Niet de winst van de grote monopolies, maar de behoeftes van de bevolking zullen dan bepalen hoe de economie en de maatschappij georganiseerd worden. Zo kan de economie centraal gepland worden o.b.v. wat de bevolking nodig heeft.

Die strijd voor het socialisme voeren we met diep respect voor alle communisten die ons voor zijn gegaan. In het bijzonder degenen die hun leven opofferden in de strijd tegen onrecht, voor een betere wereld. In het bijzonder ook de communisten die de moed vonden om de strijd door te zetten in de moeilijke periode van de contrarevoluties en de crisis in de communistische beweging. We blijven inspiratie halen uit de heldhaftige Commune van Parijs, de eerste proletarische revolutie die in 1871 plaatsvond. Maar ook de Grote Socialistische Oktoberrevolutie van 1917 en de opbouw van het socialisme in de USSR en andere landen.

We zullen de geschiedenis van de internationale en Nederlandse communistische beweging en arbeidersbeweging bestuderen en daar lessen uit trekken die de theorie verrijken. Want onze dagelijkse praktijk en strijd voor de rechten en inkomens van de bevolking, is dialectisch verbonden met de wetenschappelijke en revolutionaire theorie van het communisme – het dialectisch en historisch materialisme, de marxistische politieke economie en de revolutionaire strategie voor de klassenstrijd.

Gewapend met lessen uit het verleden, strijden we voor de opbouw van de partij, strijden we voor een betere toekomst, voor het socialisme-communisme!

Inschrijven voor onze nieuwsbrief?

Automatisch bericht ontvangen bij verklaringen en nieuwe evenementen? schrijf je dan nu in voor onze nieuwsbrief!