Statuten

De statuten van de partij bepalen uit welke organen de partij is opgebouwd en ze bepalen de rechten en plichten van de leden en de organen. De organisatie van de NCPN is gebaseerd op het democratisch centralisme.

1. Naam, zetel en duur

1.1 De partij draagt de naam: Nieuwe Communistische Partij – NCPN.

1.2 Zij heeft haar zetel te Amsterdam.

1.3 De partij is aangegaan voor onbepaalde tijd.

    2. Doel en middelen

    2.1 De vereniging (hierna ook te noemen: de partij) stelt zich ten doel: de maatschappelijke krachten te mobiliseren en te bundelen ter verwezenlijking van een communistische maatschappij;

    2.2 De NCPN baseert zich inzake haar beginselen, politiek-ideologische uitgangspunten, doelstellingen en strategie op het primair door Marx en Engels gefundeerde wetenschappelijk socialisme en het in de twintigste eeuw met name door Lenin verder ontwikkelde marxisme-leninisme. De doelstelling is nader uitgewerkt en neergelegd in het Partijprogramma.

    2.3 De partij tracht haar doelstelling te verwezenlijken door:

    2.3.1 het geven van leiding aan de economische, politieke en ideologische klassenstrijd van de arbeidersklasse in Nederland en van haar bondgenoten;

    2.3.2 het behartigen van de belangen van alle maatschappelijke groepen die op welke manier ook bloot staan aan economische uitbuiting en hiermee direct of verwijderd samenhangende vormen van onderdrukking;

    2.3.3 het onderhouden en ontwikkelen van nauwe contacten met partijen en groepen die – waar ook ter wereld – strijden voor socialisme, vrede en onafhankelijkheid;

    2.3.4 het bestuderen, ontwikkelen en toepassen van het wetenschappelijk socialisme;

    2.3.5 het ontplooien van activiteiten die voor het doel van de partij bevorderlijk zijn, voor zover niet in strijd met de statuten en het partijprogramma.

    2.3.6 alle andere middelen welke tot het doel bevorderlijk kunnen zijn.

    2.4 De partij tracht haar doel mede te bereiken door het doen stellen van kandidaten voor de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal, Provinciale Staten, (deel-)Gemeenteraden, alsmede voor het Europese Parlement.

    3. Geldmiddelen

    3.1 De geldmiddelen van de partij bestaan uit:

    3.1.1 de maandelijkse bijdragen van de leden;

    3.1.2 subsidies en donaties;

    3.1.3 voor speciale doelen gevormde fondsen;

    3.1.4 afdrachten door vertegenwoordigers in enig orgaan;

    3.1.5 schenkingen, erfstellingen en legaten;

    3.1.6 andere baten.

    4. Leden

    4.1 De partij kent leden.

    4.2 Het partijbestuur houdt een register aan waarin adressen van alle leden zijn opgenomen.

    4.3 Leden van de partij zijn natuurlijke personen van zestien jaar en ouder, die als zodanig zijn toegelaten door het partijbestuur.

    4.4 Leden dienen in Nederland te wonen en/of te werken, de doelstelling van de partij te onderschrijven en de besluiten van partijcongres en partijbestuur naar vermogen uit te voeren.

    4.5 Leden mogen niet tevens lid zijn van een andere Nederlandse politieke partij.

    5. Toelating tot het lidmaatschap

    5.1 Het lidmaatschap wordt verkregen nadat op een daartoe schriftelijk bij het districtsbestuur, afdelingsbestuur dan wel bedrijfsafdelingsbestuur ingediend verzoek, een (kennismakings-)gesprek heeft plaatsgevonden, waar minstens aan de orde komen:

    5.1.1 instemming met de doelstelling van de partij,

    5.1.2 de politieke motivatie en achtergrond van de kandidaat,

    5.1.3 de bereidheid tot deelname aan de activiteiten en (leden)vergaderingen,

    5.2 De aanvrager door dit bestuur is toegelaten tot de partij en nadat het partijbestuur op basis van het schriftelijk verslag van het gesprek zulks door het uitschrijven van een lidmaatschapsbewijs bekrachtigt.

    5.3 Indien het partijbestuur een door districtsbestuur, afdelingsbestuur of bedrijfsafdelingsbestuur toegelaten lid niet accepteert kunnen deze besturen beroep aantekenen bij het partijcongres.

    5.4 Bij niet-toelating van een lid, kan de betrokkene daartegen in beroep gaan bij het partijcongres. Het partijcongres kan alsnog tot toelating besluiten.

    6. Einde van het lidmaatschap

    6.1 Het lidmaatschap eindigt door:

    6.1.1 overlijden van het lid;

    6.1.2 opzegging van het lid;

    6.1.3 dopzegging namens de partij. Deze kan geschieden wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap bij de statuten gesteld te voldoen, wanneer diens verplichtingen jegens de partij niet nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs van de partij niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;

    6.1.4 door ontzetting. Deze kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten der partij handelt of de partij op onredelijke wijze benadeelt.

    6.2 Opzegging van het lidmaatschap door het lid geschiedt schriftelijk aan het partijbestuur met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier weken.

    6.3 Een lid is niet bevoegd door opzegging van zijn lidmaatschap een besluit waarbij de verplichtingen van de leden van geldelijke aard zijn verzwaard, te zijnen/haren opzichte uit te sluiten.

    6.4 Opzegging namens de partij geschiedt door het partijbestuur.

    6.5 Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt strikt volgens onderstaande procedure:

    6.5.1 Voorstellen tot ontzetting bij besluit van afdelingsledenvergadering, districtsledenvergadering of bedrijfsafdelingledenvergadering dienen te worden bekrachtigd door het partijbestuur.

    6.5.2 Daarnaast kan het partijbestuur zelf besluiten tot ontzetting, zulks na overleg met het betrokken afdelingsbestuur, het betrokken districtsbestuur of het betrokken bedrijfsafdelingsbestuur. Het lid is dan met onmiddellijke ingang geschorst.

    6.5.3 Bij ontzetting door het partijbestuur wordt de betrokkene binnen een maand schriftelijk van het besluit in kennis gesteld, met opgave van redenen.

    6.5.4 In de overige gevallen is ontzetting alleen geldig als betrokkene ten minste veertien dagen voor de vergadering waarop het voorstel tot ontzetting wordt behandeld voor die vergadering schriftelijk wordt uitgenodigd.

    6.5.5 De bevoegde vergadering kan alleen een besluit tot ontzetting nemen als ten minste de helft der aangesloten leden aanwezig is. Indien dit niet het geval is, besluit een tweede vergadering, ongeacht het aantal aanwezigen.

    6.6 Het partijbestuur c.q. het dagelijks bestuur kan – na een voorstel als onder artikel 5.1 bedoeld – betrokkene, als het belang van de partij dat noodzakelijk maakt, onmiddellijk schorsen van alle activiteiten, tot het moment van beslissing inzake ontzetting.

    6.7 Tegen opzegging door de partij of ontzetting kan door de betrokkene binnen een termijn van vier weken beroep worden aangetekend bij het eerstvolgende congres.

    6.8 Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst en niet bevoegd de in deze statuten toegekende rechten uit te oefenen.

    7. Contributie

    7.1 De leden zijn verplicht tot het betalen van een maandelijkse bijdrage, die door het partijcongres zal worden vastgesteld.

    7.2 De leden kunnen in categorieën worden ingedeeld, die een verschillende bijdrage betalen.

    7.3 Het partijbestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van contributie te verlenen.

    8. Organisatie

    8.1 Het organisatieprincipe van de partij is het democratisch-centralisme.

    8.2 De partij is georganiseerd in districten, afdelingen en bedrijfsafdelingen.

    8.3 Het districtsbestuur besluit tot vorming, splitsing of opheffing van afdelingen.

    8.4 Het partijcongres is het hoogste orgaan van de partij.

    8.5 Het partijbestuur draagt ervoor zorg, dat districten, afdelingen en bedrijfsafdelingen de besluiten van het congres zo snel en zo goed mogelijk uitvoeren

    8.6 Binnen de in het vierde lid gestelde grenzen is de districtsconferentie c.q. districtsledenvergadering het hoogste orgaan binnen een district.

    8.7 Binnen de in het vierde lid gestelde grenzen is de afdelingsledenvergadering het hoogste orgaan van een afdeling.

    8.8 Binnen de in het vierde lid gestelde grenzen is de bedrijfsafdelingledenvergadering het hoogste orgaan van een bedrijfsgroep.

    8.9 Het partijbestuur wordt gekozen door het partijcongres; het districtsbestuur door de districtsconferentie c.q. de districtsledenvergadering; het afdelingsbestuur door de afdelingsledenvergadering en het bedrijfsafdelingsbestuur door de bedrijfsafdelingledenvergadering.

    9. Besluitvorming

    9.1 Over zaken wordt mondeling gestemd, over personen schriftelijk.

    9.2 Verkiezing van personen geschiedt in alle gevallen volgens de in artikel 15.6 genoemde procedure.

    9.3 Voor zover de statuten geen grotere meerderheid voorschrijven behoeven besluiten een volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen.

    10. Partijcongressen

    10.1 Het partijcongres wordt eenmaal in de vier jaar bijeengeroepen door het partijbestuur, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden.

    10.2 Daarnaast worden buitengewone congressen belegd, wanneer het partijbestuur dat wenselijk acht of wanneer tenminste de helft van de districten een partijcongres verlangt bij besluit van een districtsconferentie c.q. districtsledenvergadering.

    10.3 Het partijbestuur is belast met het tijdig convoceren en agenderen ten behoeve van de in artikel 10.1 en 10.2. bedoelde vergaderingen.

    10.4 Convocatie en agenda worden minstens veertien dagen voor het bijeengeroepen congres openbaar gemaakt middels publicatie in MANIFEST dan wel schriftelijk aan de adressen van de leden.

    11. Toelating en stemrecht

    11.1 Toegang tot het (buitengewone) partijcongres hebben de leden van de partij.

    11.2 Stemrecht op het (buitengewone) partijcongres hebben die leden die door hun districtsconferentie c.q. districtsledenvergadering en/of hun bedrijfsafdelingledenvergadering als afgevaardigde zijn gekozen;

    11.3 Het partijbestuur bepaalt de norm van afvaardiging naar een (buitengewoon) partijcongres op basis van evenredigheid.

    11.4 Het bestuur beslist over de toelating van andere personen.

    12. Voorzitterschap en notulen

    12.1 De leiding van het partijcongres berust dan bij een door het partijcongres aangewezen presidium.

    12.2 Van het verhandelde op het (buitengewone) partijcongres worden door het presidium of een door dit aangewezen persoon notulen gemaakt, die door alle leden van het presidium worden vastgesteld en ondertekend.

    13. Bevoegdheden van het partijcongres

    13.1 Aan het partijcongres komen in de partij alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het partijbestuur zijn opgedragen

    13.2 Het partijcongres besluit over:

    13.2.1 de door het partijbestuur uitgebrachte verslagen over de nationale en internationale politieke toestand en het werk van de partij;

    13.2.2 alle vraagstukken van politiek, strategie, tactiek en organisatie in de periode tot het volgende partijcongres;

    13.2.3 verkiezing van het partijbestuur;

    13.2.4 financieel beleid en beheer met inbegrip van de verkiezing van een kascontrolecommissie;

    13.2.5 vaststelling, wijziging en aanvulling van de statuten en het partijprogram, en voorstellen tot opheffing van de partij;

    13.2.6 samenstelling van de kandidatenlijst voor de verkiezing van de leden van de Eerste en Tweede Kamer van de Staten-Generaal, alsmede van het Europees Parlement, indien dit niet aan een daartoe expliciet uitgeschreven partijconferentie ter besluitvorming is voorgelegd;

    13.2.7 beroep zoals bedoeld in artikelen 5.3 en 6.7.

    14. Bevoegdheden van het buitengewone partijcongres

    14.1 Een buitengewoon partijcongres beperkt zich tot besluiten over het punt (de punten) dat (die) in de argumentatie van zijn initiatiefnemers wordt (worden) genoemd.

    14.2 Tot wijziging of aanvulling van het partijbestuur kan op een buitengewoon congres alleen worden besloten indien dat punt is geagendeerd en voorbereid volgens de in de statuten aangegeven wijze.

    15. Besluitvorming op het (buitengewone) partijcongres.

    15.1 Over zaken wordt mondeling gestemd.

    15.2 Over personen wordt schriftelijk en geheim gestemd. Indien voor een vacature één kandidaat beschikbaar is, kan het congres, unaniem, besluiten van schriftelijke stemming af te zien; de stemming vindt dan plaats bij acclamatie.

    15.3 Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van het (buitengewone) partijcongres genomen met een volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen.

    15.4 Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.

    15.5 Het partijcongres kiest een nieuw partijbestuur uit door leden op ledenvergaderingen van afdeling, district of bedrijfsafdeling gestelde kandidaten.

    15.6 Verkozen zijn zij die in een eerste stemronde een volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen hebben.
    Indien aldus in de eerste stemronde meer leden zijn verkozen dan er vacatures zijn, zijn degenen verkozen die de meeste stemmen hebben behaald onder de groep met een volstrekte meerderheid gekozenen. Met inachtneming van het voorgaande beslist het lot over het al dan niet verkozen zijn van telkens twee of meer kandidaten die gelijke stemmen op zich hebben verenigd maar van wie er slechts één verkozen kan worden verklaard, gezien het aantal vacatures.

    15.7 Voor zover in de eerste stemronde vacatures niet bezet zijn geraakt (doordat te weinig kandidaten de vereiste absolute meerderheid haalden), heeft herstemming plaats over alle kandidaten die in de eerste ronde niet gekozen zijn en die hun kandidatuur gestand doen, althans niet verzaken. In de tweede ronde is een absolute meerderheid van geldig uitgebrachte stemmen niet vereist en zijn zij gekozen die de meeste stemmen hebben behaald; zonodig beslist vervolgens het lot op de manier die hierboven is aangegeven voor de eerste stemronde.

    16. Partijconferentie

    16.1 Het partijbestuur is gehouden een partijconferentie uit te schrijven:

    16.1.1 jaarlijks, ter vaststelling van rekening en begroting, onverlet het bepaalde in artikel 13.2.4;

    16.1.2 bij gelegenheid, ter vaststelling van de kandidatenlijst voor de verkiezing van de leden der Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal en voor het Europese Parlement.

    16.2 Het Partijbestuur kan te allen tijde naar eigen bevinden partijconferenties uitschrijven. De in dit lid 2 genoemde conferenties hebben een adviserend karakter.

    16.3 De Partijconferenties zijn als volgt samengesteld:

    16.3.1 de leden van het partijbestuur;

    16.3.2 de leden der districtsbesturen;

    16.3.3 afdelingsdelegaties, op basis van evenredigheid;

    16.3.4 delegaties van bedrijfsafdelingen, op basis van evenredigheid.

    16.4 Partijconferenties worden geconvoceerd, geagendeerd en geleid door het partijbestuur.

    17. Partijbestuur en Dagelijks Bestuur

    17.1 Het partijbestuur bestaat uit ten minste tien leden van zestien jaar en ouder, die door het partijcongres uit door de leden gestelde kandidaten worden gekozen.

    17.2 Het partijbestuur leidt de partij in de periode tussen twee partijcongressen.

    17.3 Het partijbestuur kiest uit zijn midden een dagelijks bestuur van ten minste 5 leden, waarbij voorzitter, secretaris en penningmeester in functie worden gekozen.

    17.4 In de periode tussen twee Congressen kan het partijbestuur een of meer leden uitnodigen zittingen bij te wonen.

    18. Vertegenwoordiging

    18.1 De partij wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door het bestuur, alsmede door twee leden van het bestuur tezamen.

    18.2 Een lid dat namens de partij zitting heeft in enig orgaan treft met het partijbestuur een financiële afdrachtregeling, waarbij de eventuele opbrengst (na aftrek van kosten en belasting) geheel aan de partij ten goede komt.

    18.3 Een lid dat namens de partij zitting heeft in enig orgaan is verplicht na het einde van zijn lidmaatschap zijn functie met onmiddellijke ingang ter beschikking te stellen.

    19. Einde bestuurslidmaatschap

    19.1 Partijbestuursleden worden verkozen voor de periode tot het eerstvolgende partijcongres.

    19.2 Alle partijbestuursleden treden na de opening van het partijcongres tegelijk af. De aftredenden zijn herkiesbaar.

    19.3 Het lidmaatschap van het partijbestuur eindigt voorts door:

    19.3.1 bedanken;

    19.3.2 door het beëindigen van het lidmaatschap van de partij;

    19.3.3 zodra het partijbestuurslid lid wordt van -en/of enige functie gaat vervullen in een andere politieke partij.

    20. Bestuurstaak

    20.1 Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het partijbestuur belast met het besturen van de partij;

    20.2 Indien het aantal partijbestuursleden beneden tien is gedaald, blijft dit bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een (buitengewoon) partijcongres te beleggen waarvoor verkiezing van een nieuw partijbestuur nadrukkelijk is geagendeerd.

    20.3 

    20.3.1 Het partijbestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies die door het partijbestuur worden benoemd. Deze commissies kunnen bestaan uit leden, bestuursleden en deskundige niet-leden.

    20.3.2 Het partijbestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid organisaties, comités, verenigingen of bewegingen e.d. op te (laten) richten.

    20.4 Het partijbestuur stelt de kandidatenlijsten ter verkiezing van de leden der Provinciale Staten en Gemeenteraden vast, nadat de districtsbesturen wie het aangaat voordrachten daartoe hebben ingediend. Indien deze om wat voor reden ook daartoe in gebreke blijven, beslist het partijbestuur.

    20.5 Het partijbestuur is, mits met goedkeuring van het partijcongres dan wel de partijconferentie, bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen en tot het sluiten van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt.
    Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden beroep worden gedaan.

    21. Jaarverslag, rekening en verantwoording

    21.1 Het verenigingsjaar loopt van één januari tot en met één en dertig december.

    21.2 Het partijbestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de partij zodanige aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.

    21.3 Het partijbestuur brengt binnen zes maanden na afloop van het boekjaar op een partijcongres dan wel een partijconferentie zijn jaarverslag uit en doet onder overlegging van een balans en een staat van baten en lasten, rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur. Na verloop van de termijn kan ieder lid deze rekening en verantwoording in rechte van het partijbestuur vorderen.

    21.4 Het partijcongres dan wel de partijconferentie benoemt jaarlijks uit de leden van de partij een commissie van minstens twee personen, die geen deel mogen uitmaken van het partijbestuur. Deze commissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het partijbestuur en brengt aan het partijcongres dan wel de partijconferentie verslag uit van haar bevindingen.

    21.5 Het partijbestuur is verplicht de boeken en bescheiden van de vereniging tien jaren lang te bewaren.

    22. Manifest en Stichting HOC

    22.1 Het partijbestuur benoemt uit zijn midden de hoofdredacteur van MANIFEST.

    22.2 Het partijbestuur draagt de administratie en het financieel beheer ten behoeve van MANIFEST op aan de Stichting HOC.

    22.3 Onder volledige verantwoordingsplicht aan het partijcongres van de NCPN is het partijbestuur belast met het geven van richtlijnen aan het bestuur van de Stichting HOC.

    22.4 Wijzigingen in de statuten van de Stichting HOC en voorstellen tot opheffing van die stichting mogen door het partijbestuur van de NCPN slechts geaccepteerd worden, nadat het partijcongres van de NCPN zich over die wijzigingen respectievelijk voorstellen in positieve zin heeft uitgesproken.

    23. Dagelijks bestuur

    23.1 Het partijbestuur kiest uit zijn midden een dagelijks bestuur van ten minste vijf leden.

    23.2 Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor:

    23.2.1 de voorbereiding van vergaderingen van het partijbestuur;

    23.2.2 de dagelijkse leiding van de werkzaamheden van de partij;

    23.2.3 de uitvoering van besluiten van het partijbestuur, voor zover niet opgedragen aan anderen;

    23.2.4 het vaststellen van instructies aan personen in dienst van de partij;

    23.2.5 al hetgeen door het partijbestuur wordt opgedragen c.q. gedelegeerd.

    24. Van de districten

    24.1 Een district omvat de leden van de NCPN in een door het partijbestuur vastgesteld geografisch begrensd gebied.

    24.2 Het hoogste orgaan van het district is de districtsconferentie. De districtsconferentie vindt in ieder geval plaats voor en na een partijcongres en wanneer ten minste de helft van de afdelingen respectievelijk leden dit te kennen heeft gegeven door besluiten in een ledenvergadering respectievelijk door schriftelijke verklaring van de zijde van de betrokken leden, een en ander mede met het oog op artikel 31.1.

    24.3 De districtsconferentie besluit over:

    24.3.1 de voorbereiding van vergaderingen van het partijbestuur;

    24.3.2 vorming, splitsing of opheffing van afdelingen;

    24.3.3 financieel beleid en beheer in het district met inachtneming van de bevoegdheden van het partijcongres en de partijconferentie ten dezen en met inbegrip van verkiezing van een districtskascontrolecommissie;

    24.3.4 verkiezing districtsbestuur;

    24.3.5 verkiezing delegatie naar partijcongressen;

    24.3.6 het stellen van kandidaten voor het partijbestuur. Ieder lid kan kandidaten stellen.

    24.4 De districtsconferentie omvat, indien geen afdelingen bestaan, alle leden van de partij in dat district; zulks heet districtsledenvergadering.

    24.5 Als wel afdelingen zijn gevormd, wordt de districtsconferentie gevormd door delegaties van afdelingen. Het districtsbestuur bepaalt de omvang dier afdelingsdelegaties naar evenredigheid.

    25. Districtsbestuur

    25.1 Het districtsbestuur leidt het district tussen twee districtsconferenties dan wel districtsledenvergaderingen in.

    25.2 Het districtsbestuur maakt voordrachten van kandidatenlijsten ter verkiezing van de leden der Provinciale Staten en Gemeenteraden, onverlet het in artikel 20.4 bepaalde.

    25.3 Het districtsbestuur kan op elke districtsconferentie c.q. districtsledenvergadering worden gewijzigd of aangevuld mits dit punt is geagendeerd en voorbereid volgens de procedure in de statuten aangeduid.

    25.4 Het districtsbestuur wordt gekozen uit door leden ter ledenvergadering gestelde kandidaten.

    25.5 Het districtsbestuur is in zijn geheel aftredend na de opening van de districtsconferentie c.q. districtsledenvergadering waarop verkiezing of wijziging van het districtsbestuur ter besluitvorming voorligt.

    26. Van de afdelingen

    26.1 Een afdeling omvat de leden van de NCPN in een door de districtsconferentie vastgesteld geografisch begrensd gebied.

    26.2 Het hoogste orgaan in de afdeling is de afdelingsledenvergadering.

    26.3 De afdelingsledenvergadering wordt ten minste vier maal per jaar door het afdelingsbestuur uitgeschreven.

    26.4 Toegang tot de ledenvergadering in de afdeling hebben alle in die afdeling ingeschreven leden.

    26.5 De afdelingsledenvergadering beslist over:

    26.5.1 uitvoering van de besluiten van het partijcongres en het partijbestuur in de afdeling;

    26.5.2 uitvoering van de besluiten van de districtsconferentie voor zover niet strijdig met de besluiten van het partijcongres en partijbestuur;

    26.5.3 financieel beleid en beheer, met inachtneming van de bevoegdheden van het partijcongres en de partijconferentie ten dezen, en met inbegrip van de benoeming van een afdelingskascontrolecommissie;

    26.5.4 verkiezing afdelingsbestuur;

    26.5.5 verkiezing delegatie naar de districtsconferentie;

    26.5.6 het stellen van kandidaten voor het districtsbestuur en voor het partijbestuur.

    27. Afdelingsbestuur

    27.1 Het afdelingsbestuur leidt de afdeling tussen de ledenvergaderingen in.

    27.2 Het afdelingsbestuur kan op elke afdelingsledenvergadering worden gewijzigd of aangevuld mits dit punt geagendeerd en voorbereid is.

    27.3 Het afdelingsbestuur wordt gekozen uit door leden ter ledenvergadering gestelde kandidaten of uit de voordracht vanuit het aftredende afdelingsbestuur.

    28. Van de bedrijfsafdelingen

    28.1 Een bedrijfsafdeling omvat de leden van de NCPN actief of werkzaam in een sociaal-economisch begrensd gebied.

    28.2 Een bedrijfsafdeling wordt gevormd, gesplitst of opgeheven door het partijbestuur.

    28.3 De ledenvergadering van de bedrijfsafdeling is de hoogste instantie binnen de bedrijfsgroep.

    28.4 De ledenvergadering van de bedrijfsafdeling voert de besluiten uit van het partijcongres en het partijbestuur binnen de aangewezen sector.

    28.5 De ledenvergadering van de bedrijfsafdeling controleert het financieel beheer van de bedrijfsafdeling en stelt daartoe een kascontrolecommissie.

    28.6 De ledenvergadering van de bedrijfsafdeling kiest de delegatie naar het partijcongres.

    28.7 De ledenvergadering van de bedrijfsgroep stelt kandidaten voor districtsbestuur en voor het partijbestuur.

    29. Bedrijfsafdelingsbestuur

    29.1 Het bedrijfsafdelingsbestuur leidt de bedrijfsafdeling tussen twee bedrijfsafdelingledenvergaderingen in.

    29.2 De ledenvergadering van de bedrijfsafdeling kiest het bedrijfsafdelingsbestuur. Dit kan op elke ledenvergadering van de bedrijfsafdeling worden gewijzigd of aangevuld mits dit punt geagendeerd en voorbereid is.

    29.3 Het bedrijfsafdelingsbestuur wordt gekozen uit door leden van de bedrijfsafdeling ter ledenvergadering gestelde kandidaten of uit de voordracht van het aftredende bedrijfsafdelingsbestuur.

    30. Statutenwijziging

    30.1 Wijziging van deze statuten kan slechts geschieden op grond van een besluit genomen met ten minste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen in een met inachtneming van de statuten nadrukkelijk ook op dit punt voorbereid partijcongres.

    30.2 Een statutenwijziging treedt in werking zodra hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoegd.

    31. Ontbinding

    31.2 Een besluit tot ontbinding van de partij moet worden genomen met ten minste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen in een met inachtneming van de statuten nadrukkelijk ook op dit punt voorbereid partijcongres.

    31.2 Het in het voorgaande lid bepaalde is van overeenkomstige toepassing op besluiten tot fusie of herstructurering van de partij.

    32. Vereffening

    32.1 De vereffening geschiedt door een door het partijcongres gekozen commissie.

    32.2 Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten zoveel mogelijk intact.

    32.3 Een eventueel batig saldo van de ontbonden partij wordt door vereffenaars besteed overeenkomstig een door het partijcongres aan te wijzen doel.

    33. Huishoudelijk reglement

    33.1 Het partijbestuur kan een huishoudelijk reglement vaststellen.

    33.2 Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet en/of de statuten.

    Slotbepaling

    In alle gevallen waarin zowel de wet als de statuten niet voorzien, beslist het partijbestuur onder verantwoording aan het partijcongres.

    Gewijzigd en bekrachtigd door het 5de NCPN Congres in 2006