Partijbestuur NCPN
Het ernstige treinongeluk rond half 4 in de ochtend van dinsdag 4 april bij Voorschoten heeft geleid tot tientallen gewonden en tot nu toe één dode, namelijk de machinist van de bouwkraan waar een passagierstrein en een goederentrein op botsten. Onze deelneming gaat uit naar de slachtoffers, hun families en collega’s.
Op de plek van het treinongeluk vond onderhoud aan het spoor plaats, dat door ProRail wordt uitbesteed aan aannemers. De bouwkraan was van spooraannemer BAM. Een goederentrein van DB Cargo kwam in botsing met de bouwkraan, waarna een intercity van de NS eveneens botste op (brokstukken van) de bouwkraan en ontspoorde.
Dit ongeluk roept vragen op over de veiligheid van het spoor, voor zowel de mensen die aan of op het spoor werken als de reizigers. De specifieke oorzaak of oorzaken van dit treinongeluk worden onderzocht.
Bij dit onderzoek mag niet worden voorbijgegaan aan de uitgangspunten die hebben geleid tot de algemene situatie die is ontstaan op het spoor: de liberalisering die de achtereenvolgende regeringen en de EU de afgelopen decennia hebben doorgevoerd. Als gevolg van dat beleid zijn het spoor, de treinen en het onderhoud uit elkaar gerukt. De verantwoordelijkheid voor de spoorwegen is versnipperd over allerlei verschillende partijen. En dat is een keuze, geen vast gegeven.
Het doel van het huidige beleid is om spoorwegen winstgevend te maken voor private bedrijven. Het spoor wordt door de regering en de EU namelijk niet gezien als een publieke nutsvoorziening, die voor de mensen beschikbaar moet zijn om te waarborgen dat iedereen veilig en goedkoop kan reizen. In plaats daarvan wordt het gezien als een handelswaar. Het gedeelte waar de grootste kosten aan zitten, het onderhoud en beheer van het spoor, is overgelaten aan ProRail waarvan de staat aandeelhouder is, die werkzaamheden uitbesteedt aan private aannemers. Het gedeelte van de treinen en het vervoer, dat nog grotendeels in handen is van de NS, wordt steeds verder opgedeeld en geprivatiseerd.
Commercialisering en privatisering van het spoor staat op gespannen voet met de veiligheid voor de werkers op en rond het spoor en de reizigers. Werkers bij NS, ProRail, goederenvervoer, Railinfra en regionale vervoerders geven al jaren aan dat marktwerking op het spoor funeste gevolgen heeft. De FNV stelt: als commerciële doeleinden voorop staan, zullen andere zaken op de achtergrond raken, zoals sociale- en spoorwegveiligheid, goede arbeidsvoorwaarden en trajecten die maatschappelijk wel van belang zijn, maar financieel niet aantrekkelijk zijn. Veiligheid, dienstverlening en arbeidsvoorwaarden zijn geen onderwerpen waarop geconcurreerd kan worden.
In de praktijk blijkt dat bijvoorbeeld uit het feit dat de Nederlandse en Duitse overheid in juli 2022 ontheffing hebben gevraagd aan de Europese Commissie van allerlei veiligheidsvoorzieningen voor de spoorlijn tussen Maastricht en Aachen, die eind februari is toegekend. Want de Europese Richtlijn die de veiligheid op het spoor regelt, voorziet dat die veiligheidsvoorschriften overboord gegooid kunnen worden “als het risico bestaat dat de economische levensvatbaarheid van het project in het gedrang komt.” Met andere woorden, de veiligheid kan genegeerd worden wanneer die te ‘duur’ is en de winst in gevaar komt.
Dat blijkt ook uit talloze andere problemen die door vakbonden zijn aangekaart. Bijvoorbeeld de langdurige en onnodige blootstelling van werkers in de spoorsector aan giftige stoffen, waarbij zelfs persoonlijke beschermingsmiddelen ontbreken. De hoge werkdruk die werkers al jaren aankaarten. Maar ook dat de privatisering en uitbesteding van de arbodienstverlening ertoe leidde dat de nadruk uitsluitend kwam te liggen op ziekteverzuim, in plaats van preventie en toezicht. Zo zijn er meer voorbeelden.
Problemen met de veiligheid spelen in heel de EU waar het spoor geliberaliseerd en geprivatiseerd wordt. Eind februari stierven 57 mensen als gevolg van een groot treinongeluk in Griekenland. Volgens statistieken waren er in 2021 in de EU 1389 spoorongelukken, waarbij 683 doden zijn gevallen.
Met de middelen en technologie die in onze tijd beschikbaar zijn, mag het absoluut niet zo zijn dat de veiligheid van mensen in gevaar komt, mensen gewond raken en zelfs mensenlevens verloren gaan. Wij ondersteunen vakbonden in hun eisen voor maximale veiligheid op het spoor om treinongelukken te voorkomen en veiligheid en gezondheid van werkers en reizigers te waarborgen.
Dit vereist dat spoor, treinen en onderhoud in handen komen van de maatschappij, zodat veiligheid, arbeidsvoorwaarden en goede en goedkope dienstverlening centraal komen te staan, in plaats van dat ze gezien worden als ‘kosten’ die de winst van het kapitaal in de weg staan.